Het kabinet heeft besloten smaakjes in e-sigaretten per 1 juli 2022 te verbieden. De veelal zoete smaakjes maken de elektronische rookwaar namelijk veel te aantrekkelijk voor jongeren, die grote kans lopen van de e-sigaret over te stappen op traditionele sigaretten.

Door de webredactie

“In het Nationaal Preventieakkoord is afgesproken om in 2040 een rookvrije generatie te realiseren. Om dat te bereiken moeten we nu doen wat we kunnen om te zorgen dat zo veel mogelijk kinderen opgroeien in een rook- en tabaksvrije omgeving. En die omgeving moet ook zo veel mogelijk vrij zijn van nieuwe tabaks- en aanverwante producten zoals e-sigaretten met verschillende smaken. Want juist jongeren beginnen sneller met het gebruik van de e-sigaret door deze exotische smaakjes. Daarom maken we daar een einde aan.”

Aldus demissionair staatssecretaris Paul Blokhuis (VWS) in het persbericht waarin het kabinet aankondigt dat er per 1 juli 2022 een einde komt aan e-sigaretten met smaakjes als appeltaart, winegum of piña colada. Het kabinet nam het besluit afgelopen vrijdag op voorstel van Blokhuis.

Smaakjes in trek bij jongeren

Uit onderzoek van het Trimbos-instituut en het RIVM blijkt dat smaakjes erg in trek zijn bij jongeren. Ook komen er steeds meer aanwijzingen dat het gebruik van een e-sigaret voor jongeren een opstap is naar het roken van tabakssigaretten. Om deze reden komt het kabinet met nieuwe regelgeving die het straks niet meer mogelijk maakt om smaken – behalve tabakssmaak – aan de vloeistoffen van een e-sigaret toe te voegen.

Het Trimbos-instituut constateerde ook dat e-sigaretten schadelijker zijn dan gedacht. Helemaal wanneer e-sigaretten worden afgewisseld met traditionele sigaretten, wat bijna driekwart van de e-sigaretgebruikers zei te doen. Dat duale gebruik is bewezen slechter voor de gezondheid dan alleen het roken van klassieke sigaretten. Bovendien zijn e-sigaretten relatief goedkoop, waardoor ze eerder binnen het bereik van jongeren liggen dan sigaretten. Recent onderzoek heeft verder aangetoond dat rokers die met de e-sigaret proberen van het roken af te komen een twee keer zo grote kans hebben op een terugval dan wanneer ze zonder e-sigaret stoppen.

Blokhuis houdt voet bij stuk

Blokhuis bracht in juni vorig jaar de Tweede Kamer al op de hoogte van zijn voornemen smaakjes in e-sigaretten te verbieden. De brancheorganisatie van tabakswinkeliers NSO reageerde als door een wesp gestoken en somde in een lobbybrief de bekende tegenargumenten van de tabaksindustrie op: dat e-sigaretgebruikers hun vloeistoffen over de grens gaan kopen, dat illegale handel ontstaat en dat mensen zelf smaakjes gaan toevoegen, met alle ‘gezondheidsrisico’s van dien’.

Blokhuis heeft zich er niet door van de wijs laten brengen en liet begin april al weten een Algemene Maatregel van Bestuur naar de Tweede Kamer te sturen. In het Tabaks- en rookwarenbesluit zal daarmee, zo blijkt nu, een verbod worden opgenomen op de toevoeging aan vloeistoffen voor e-sigaretten van smaakstoffen anders dan tabakssmaak. Via een ministeriele regeling zal een limitatieve lijst worden opgesteld van smaakstoffen die nog wel toegestaan zullen zijn in de vloeistoffen, en deze zal 1 juli 2022 in werking treden, aldus de bekendmaking van het kabinet.

Lobby huilt krokodillentranen

De e-sigaretlobby geeft zich echter nog niet gewonnen, zo blijkt uit een stuk in het AD dat gepaard gaat met een foto van een e-sigaret rokende vrouw. Daarin reageren de belangenorganisaties Acvoda (dampers) en Esigbond (ondernemers) op het nieuws. Volgens hen zijn juist de smaakjes voor veel gebruikers van e-sigaretten de reden geweest om te stoppen met roken van traditionele sigaretten en over te stappen op de elektronische sigaret. De maatregel zou averechts werken om dezelfde redenen die ook door de NSO al werden genoemd.

De Esigbond waarschuwt ook voor de economische gevolgen en ‘honderden ontslagen’ bij verkooppunten. Voorzitter Emil ’t Hart heeft zijn hoop nog gevestigd op de Tweede Kamer, zo blijkt. “Blokhuis is tot nu toe onvermurwbaar, maar we gaan toch proberen om ons geluid te laten horen in Den Haag. Het is niet zo dat we tot nu toe met open armen worden ontvangen door de politieke partijen, maar de deuren gaan wel steeds meer open.”

Die laatste uitspraak is hoogst opmerkelijk, gezien het feit dat politici, ook Tweede Kamerleden, gebonden zijn aan de bepalingen in artikel 5.3 van het Kaderverdrag inzake tabaksontmoediging van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO-FCTC), dat elke beïnvloeding op beleidsvorming door de tabaksindustrie verbiedt. Nederland heeft het verdrag ondertekend en geratificeerd en dient het dus volledig na te leven.