line
tabakslobby loopt europees parlement plat-3

Tabakslobby loopt Europees Parlement plat

Dossier: Lobby in Europa

woensdag 08 oktober 2025

Sinds juni 2024 hadden tabakslobbyisten al 220 ontmoetingen met Europarlementariërs. Vooral de herziening van de tabaksaccijnsrichtlijn is nu onderwerp van gesprek. De lobby probeert uitzonderingen te krijgen op de regelgeving voor alternatieve nicotineproducten. Gezondheidsorganisaties zetten er weinig tegenover.

Door de webredactie

Twee Europarlementariërs van de PVV zijn de enige Nederlanders in het Europees Parlement (EP) die sinds juni 2024 ontmoetingen hadden met tabakslobbyisten. Auke Zijlstra had vijf ontmoetingen en Ton Diepeveen drie, waaronder een werkbezoek aan de fabriek van Philip Morris International in Bergen op Zoom op 27 juni van dit jaar.

Zijlstra sprak drie keer met PMI, waarvan een keer samen met het lobbybureau EUTOP Europe, dat British American Tobacco (BAT) als klant heeft. Dat bureau klopte ook een keer afzonderlijk bij Zijlstra aan, die verder ook een onderhoud had met Japan Tobacco International (JTI). In al die gesprekken was de actuele herziening van de Tabaksaccijnsrichtlijn het onderwerp van gesprek. Diepeveen had begin van dit jaar kennismakingsgesprekken met PMI en JTI en ging in juni dus langs bij PMI in Bergen op Zoom.

Deze gegevens zijn te halen uit het overzicht van ontmoetingen van Europarlementariërs met lobbyisten van de tabaksindustrie, dat TabakNee vanaf vandaag bijhoudt in een apart dossier. Duidelijk is dat de lobby richting Europese parlementsleden de laatste tijd wordt opgevoerd nu de Europese Commissie (EC) in juli haar voorstel voor herziening van de Tabaksaccijnsrichtijn (TED) heeft gepubliceerd. Ook staat in de komende zittingsperiode van het parlement de revisie van de Tabaksproductenrichtlijn op het programma.

Al 220 ontmoetingen

Sinds juni 2024 zijn er al 220 ontmoetingen van tabakslobbyisten met Europarlementariërs geregistreerd in het Transparantieregister van het Europees Parlement. In de 30 gesprekken sinds de publicatie van het TED-revisievoorstel van de EC is de accijnsrichtlijn vrijwel steeds het onderwerp. De tabakslobby probeert in het EP gehoor te vinden voor het ‘harm reduction’-narratief, waarmee zij uitzonderingen op de regelgeving hoopt te bewerkstelligen voor alternatieve, ‘rookvrije’ nicotineproducten zoals e-sigaretten, verhitte tabak en nicotinezakjes. De Commissie wil die producten vergelijkbaar gaan belasten als traditionele tabak. De tabaksindustrie betoogt dat daarmee de stimulans voor rokers om over te stappen op een ‘minder schadelijk’ alternatief wordt weggenomen.

Lobby via de media

Dat verhaal over schadebeperking wordt ondertussen ook steeds luider verwoord in betaalde opiniestukken in media gericht op de Europese politieke arena, waaronder EU Reporter, The Parliament en Euractiv. Het laatste voorbeeld is een stuk in The Brussels Times gesponsord door de Tholos Foundation, een Amerikaanse stichting voortkomend uit Americans for Tax Reform die vrijhandel propageert. Het stuk bevat alle argumenten die de tabaksindustrie steeds weer aanvoert om twijfel te zaaien over de ware aard van alle nicotineproducten, die zijn namelijk allemaal verslavend en in een of andere vorm schadelijk voor de gezondheid. En in alle gevallen blijft de strategie van de industrie om jongeren zo vroeg mogelijk tot zo’n verslaving te verleiden.

160 PMI-lobbyisten

In aanloop naar de eerste herziening van de Tabaksproductenrichtlijn in 2014 bleek alleen al Philip Morris International een leger van 160 lobbyisten te hebben ingezet om de voorgestelde maatregelen af te zwakken. Uit gelekte interne documenten, destijds beschreven in onze serie De Philip Morris Files, bleek onder meer dat PMI systematisch van alle Europarlementariërs in kaart had gebracht hoe ze in het tabaksdossier stonden en in hoeverre ze te beïnvloeden zouden zijn. Er is geen reden te denken dat het nu anders zou zijn. PMI is in ieder geval met 96 van de 220 ontmoetingen verreweg het actiefst in het EP. BAT loopt daar met 46 ontmoetingen ruim bij achter en JTI ging 16 keer op gesprek.

Europese Volkspartij meest bezocht

Aan het aantal ontmoetingen per politieke groepering in het EP is te zien dat de industrie de pijlen vooral richt op de Europese Volkspartij (EPP), waar vanuit Nederland CDA, BBB en NSC bij zijn aangesloten. 73 van de 220 ontmoetingen waren met leden van deze groep, die met 188 van de 720 zetels ook de grootste fractie is. Maar de EPP speelt in dit dossier ook een sleutelrol omdat de groep de stemming linksom of rechtsom kan laten uitvallen, dus voor of juist tegen verdergaande maatregelen om het nicotinegebruik terug te dringen.

De lobby zoekt het verder vooral bij de Europese Conservatieven en Hervormers (ECR, 78 zetels; SGP) met 49 ontmoetingen, en het rechts-radicale Patriots for Europe (84 zetels, PVV) met 38 gesprekken. Bij de Socialisten en Democraten (S&D, 136 zetels, PvdA) vinden de lobbyisten minder gehoor, hier werden 28 gesprekken geregistreerd, waarvan de helft met mediterrane landen. Met Renew (77 zetels), waar VVD en D66 bij zijn aangesloten, spraken tabaksvertegenwoordigers 16 keer, waaronder 6 keer met Litouwse afgevaardigden.

Er werd verder 7 keer afgesproken met niet-gebonden parlementsleden, 4 keer met De Groenen/Vrije Europese Alliantie (53 zetels, GroenLinks, Volt), 4 keer met De Linkse Fractie (46 zetels, PvdD) en 1 keer met het rechts-radicale Europa van Soevereine Naties (25 zetels).

Gezondheidsorganisaties: 39 ontmoetingen

Het zijn vooral parlementariërs uit Italië (33 ontmoetingen), Duitsland (27), Spanje (20), Zweden (18), Portugal (12) en Litouwen (12) die gesprekken hadden met tabakslobbyisten. Pleitbezorgers van antitabaks- en gezondheidsorganisaties zochten het meer bij Roemeense (10 ontmoetingen) en Franse (5) gedelegeerden. Maar het aantal ontmoetingen dat van deze zijde met Europarlementariërs werd belegd steekt schril af bij die van de tabakslobbyisten. Gezondheidsorganisaties hadden in totaal 39 ontmoetingen, eenvijfde van het aantal gesprekken dat de tabakslobby inmiddels voerde.

De vergelijking laat zien dat de gezondheidslobby met 5-1 achterstaat bij de industrie, terwijl die laatste volgens de afspraken in het Kaderverdrag inzake tabaksontmoediging (FCTC) van de Wereldgezondheidsorganisatie eigenlijk de toegang tot het Europees Parlement geheel ontzegd moet worden. Dat is de kern van artikel 5.3 in het verdrag: parlementariërs moeten zich, net als andere beleidsmakers, niet door de tabaksindustrie laten beïnvloeden wanneer ze moeten beslissen over tabaksbeleid.

Zie het dossier ‘Lobbycontacten Europees Parlement’.

 

tags:  Europees Parlement | tabakslobby | nicotinelobby | alternatieve nicotineproducten | Tabaks Producten Richtlijn | Tabaksaccijnsrichtlijn | harm reduction | FCTC-verdrag | JTI | BAT | PMI | lobby in Europa