Feiten en fabels over hogere prijzen voor tabak
woensdag 20 maart 2024
De accijnzen op sigaretten en shag gaan op 1 april omhoog. De tabaksbedrijven beklagen zich hierover in de media met argumenten die niet kloppen. De Gezondheidsfondsen voor Rookvrij hebben een overzicht gemaakt met feiten en fabels over de impact van de prijsstijgingen.
Door de webredactie
Op 15 maart was Jan Hein Sträter, directeur van de Vereniging Nederlandse Sigaretten- & Kerftabakfabrikanten (VSK) te gast bij BNR Radio. De tabakslobbyist beklaagde zich in de podcast ‘De top van Nederland’ uitgebreid over de verhoging van de tabaksaccijns die op 1 april ingaat. De prijs van sigaretten stijgt van gemiddeld bijna 9 euro naar 11,10 per pakje. Een pakje shag van 50 gram gaat ruim 25 euro kosten. Gezondheidsfondsen voor Rookvrij hebben een factsheet gemaakt met ‘6 feiten & fabels over duurdere sigaretten en tabak’ waarin de argumenten van de industrie tegen duurdere tabakswaren worden weerlegd.
Accijnsverhoging effectiefst om roken te ontmoedigen
Sträter stelde bij BNR Radio dat mensen door de prijsstijgingen ‘niet minder roken’. Maar die bewering van de voorman van VSK, een lobbyclub van British American Tobacco, Imperial Brands en Japan Tobacco International, klopt niet. Hogere prijzen kunnen voorkomen dat jongeren beginnen met roken, want ‘de drempel om een pakje te kopen’ wordt hoger, aldus Gezondheidsfondsen voor Rookvrij. Bovendien wordt accijnsverhoging “wereldwijd gezien als de meest effectieve maatregel om roken terug te dringen en zo de volksgezondheid te verbeteren. Maar dan moet het wel structureel – dus jaar na jaar – ingezet worden”, aldus Gezondheidsfondsen. Accijnsverhogingen zijn dus geen ‘zinloze betutteling’, zoals de tabakslobby beweert.
De fondsen verwijzen hierbij naar berekeningen van het RIVM en Trimbos waaruit blijkt dat Nederland met een structurele prijsverhoging van 10 procent per jaar het dichtst bij het doel van een rookvrije generatie komt. Dan zou in 2040 nog 7,9 procent van de Nederlanders roken (in 2022 was dat nog 18,9 procent). Maar om het doel van Rookvrije Generatie (maximaal 5 procent rokers) te halen, zijn aanvullende maatregelen nodig, zoals minder verkooppunten en toegankelijke rookstophulp.
Opmerkelijk genoeg vindt de gemiddelde Nederlander sigaretten nog steeds veel te goedkoop. Om roken echt te ontmoedigen moet de gemiddelde prijs van een pakje sigaretten voor de Nederlander 30 euro zijn, aldus de factsheet.
‘Van Texel naar Frankfurt voor tabak’
In de podcast schuwt Sträter geen grote woorden. Door de prijsverhogingen zal de verkoop in Nederland ‘instorten’, stelde hij. Niet omdat mensen stoppen met roken, maar “mensen gaan gewoon een deur verder”. Sträter schetste hoe Nederlanders naar Duitsland zullen rijden, waar shag een tientje zou kosten, om er vier sloffen sigaretten en 10 liter sterke drank te kopen en de tank vol te gooien. “Dan heb je 483 euro verdiend”, zei Sträter, vergeleken met wat het in Nederland zou kosten. “Nou, daar kan je van Texel voor naar Frankfurt rijden.”
Een deel van de mensen zal inderdaad bij een prijsverhoging in het buitenland tabak gaan kopen. “Hoe dichter mensen bij de grens wonen, hoe vaker dat voorkomt”, aldus Gezondheidsfondsen. Maar toen de prijs in 2020 met 1 euro omhoogging, zei de helft van de Nederlandse rokers dat ze naar het buitenland zouden reizen om tabak te kopen en slechts 4 procent heeft dat ook werkelijk gedaan.
Ook de bewering dat arme mensen het meest te lijden hebben onder de prijsverhogingen voor tabak verwijzen de fondsen naar het rijk der fabelen. Het is juist andersom, stellen zij, want prijsverhogingen verkleinen de gezondheidsverschillen tussen arm en rijk, omdat mensen met een kleine portemonnee eerder geneigd zullen zijn om te stoppen. Voorwaarde daarbij is wel dat er goede en gratis stoppen-met-rokenzorg moet zijn.
Ondeugdelijk smokkelonderzoek
Volgens Sträter komt in de grensstreek 50 à 60 procent van de bij onderzoeken op straat aangetroffen lege sigarettenpakjes uit het buitenland. Voor heel Nederland is het 25 procent. VSK stelt dat “sigaretten en andere tabaksproducten steeds vaker illegaal of in het buitenland worden gekocht’, schrijft De Limburger (op basis van een bericht van persbureau ANP). Hierbij lijkt Sträter te verwijzen naar de uitkomsten van het empty pack survey dat onderzoeksbureau WSPM deed in opdracht van VSK en Philip Morris, waarover TabakNee eerder schreef. Medewerkers van WSPM gingen de straat op om te zoeken naar weggegooide pakjes. Die pakjes sturen ze vervolgens naar een van de vier grote tabaksfabrikanten, om van hen te horen waar het pakje geproduceerd is: in Nederland of in het buitenland? Als dat laatste het geval is, dan wordt het gezien als een illegaal tabaksproduct. Dat is een misleidend gebruik van de term ‘illegaal’, omdat het ook sigaretten betreft die legaal uit het buitenland zijn ingevoerd.
Uit de gegevens in het WSPM-rapport blijkt dat slechts 1,7 procent van de 7.000 opgeraapte pakjes illegale namaak betreft. Opmerkelijk is dat de opdrachtgevers en financiers van dit onderzoek betrokken zijn bij het analyseren van de gegevens. WSPM laat dan ook weten “weinig tot geen verantwoordelijkheid voor resultaten en de conclusies in dit rapport” te nemen.
Beperkte rol voor prijs bij smokkel
Gezondheidsfondsen voor Rookvrij stellen dat de prijs van tabak “maar een kleine rol speelt bij hoeveel illegale handel er is.” Sterker, de tabakssmokkel is over het algemeen hoger in landen met lage sigarettenprijzen, dan in landen met duurdere sigaretten. In het Verenigd Koninkrijk nam de prijs van sigaretten toe met 63 procent door accijnsverhogingen tussen 2001 en 2016. De illegale handel nam in die tijd juist met meer dan 70 procent af. De omvang van de smokkel wordt niet bepaald door de prijzen, maar door het functioneren van de douane, afwezigheid van corruptie en goede handhaving. “Deze factoren zijn dan ook de sleutel bij het bestrijden van illegale tabakshandel”, aldus Gezondheidsfondsen voor Rookvrij.
Sträter vond ook dat ‘de schatkist geschaad’ wordt, omdat Nederland accijnzen misloopt met uit het buitenland gehaalde tabakswaren. “De overheid heeft kennelijk zoveel geld dat het ze niet interesseert dat er 1,5 miljard over de grens wordt gekieperd”, stelde Sträter. Maar Gezondheidsfondsen voor Rookvrij wijzen erop dat het aantal mensen dat zelf naar buurlanden gaat, niet opweegt “tegen het aantal mensen dat door de prijsverhoging besluit te stoppen met roken of te minderen. Onder de streep heeft het een duidelijk positief effect op de gezondheid.”
Gelijktrekken tabaksprijzen
Sträter pleit ervoor dat de overheid bij het vaststellen van accijnzen “rekening met verschillen in het buitenland” moet houden. Gezondheidsfondsen voor Rookvrij ziet dat net even anders en pleit ervoor dat buurlanden afspraken maken over hun accijnsbeleid.
In het BNR-interview haalt Sträter uit naar de personen die tabaksgebruik ontmoedigen. Ze “trekken snel een witte jas aan als ze op televisie komen”, aldus Sträter. Hij vindt dat artsen geen verstand hebben van hoe de tabaksindustrie opereert en noemt demissionair VWS-staatssecretaris Van Ooijen “gewoon een papegaai” van artsen en organisaties die stellen dat de tabaksindustrie de “randen van de wet” opzoekt. Sträter stelt verder dat de tabaksbedrijven die bij VSK zijn aangesloten “niet geloven in de rookvrije samenleving. We denken dat het niet haalbaar is.” Opmerkelijk, want British American Tobacco, de grootste van de drie bij VSK aangesloten tabaksfirma’s zet prominent op zijn homepage: “Wij zijn toegewijd aan het bouwen aan een rookvrije wereld en een beter morgen.”
tags: accijnsverhoging | sigarettensmokkel | #artsenslaanalarm | BAT | rookvrije generatie | Gezondheidsfondsen voor Rookvrij | tabakslobby | VSK | rookstophulp | accijns