line

Tabaksfirma BAT koopt met goede doelen politieke invloed

donderdag 12 december 2013

De tabaksindustrie gebruikt liefdadigheidsprojecten om politieke invloed te verwerven. Dat is de belangrijkste conclusie van nieuw wetenschappelijk onderzoek, gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift PLOS One.

Door Bas van Lier

Zoals alle multinationals, gebruiken ook tabaksfirma's liefdadigheidsprojecten om makkelijker in contact te komen met politici en beleidsmakers, om een brede achterban te kweken en om de aandacht af te leiden van de negatieve effecten van tabak op de gezondheid. Die vaststelling onderstreept de noodzaak om charitatieve donaties van de tabaksindustrie aan banden te leggen via een volledige uitvoering van de artikelen 5.3 (over politieke inmenging) en 13 (over sponsoring) van het Framework Convention of Tobacco Control (FCTC) van de Wereldgezondheidsorganisatie. Dit internationale verdrag, dat ook door Nederland is ondertekend, heeft tot doel tabaksgebruik te ontmoedigen.

Onderzoekers Gary J. Fooks en Anna B. Gilmore van het UK Centre for Tobacco and Alcohol Studies (UKCTAS) aan de Universiteit van Bath doen deze aanbeveling in hun artikel 'Corporate Philanthropy, Political Influence, and Health Policy' op PLOS One.

Verslagen van BAT

Voor deze studie, die werd gefinancierd door het US National Cancer Institute, analyseerden de onderzoekers 459 documenten uit de Legacy Tobacco Documents Library met interne informatie over liefdadigheidsdonaties door British American Tobacco (BAT). Daarnaast bekeken zij recente verslagen van BAT over Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen door het bedrijf en haar dochterondernemingen.

Op basis van deze documenten en literatuur hebben de auteurs algemene patronen in het liefdadigheidsbeleid van de tabaksindustrie blootgelegd en de politieke bedoelingen achter hedendaagse voorbeelden van filantropie door BAT benoemd. Zo'n voorbeeld is BAT's steun aan de Beijing Liver Foundation om te bewerkstelligen dat hepatitis in China als een belangrijkere bedreiging van de gezondheid wordt gezien dan roken.

Strategische motieven

De onderzoekers onderscheiden vier strategische motieven die schuil gaan achter charitatieve steun door de tabaksindustrie:

– ontwikkeling van een achterban die de industrie steunt in haar standpunten en daar ook voor lobbyt

– het vergemakkelijken van contacten met beleidsmakers

– het versterken van de status van de industrie als een bron van betrouwbare informatie

– het beïnvloeden van het tabaksontmoedigingsbeleid door mensen anders te laten nadenken over de risico's van het roken en de noodzaak tabakverkoop aan banden te leggen.

Het onderzoek laat zien dat deze doelen bij BAT vanaf begin jaren 90, samenvallend met toenemende ontwikkeling van het tabaksontmoedigingsbeleid in veel landen, steeds meer nadruk kregen bij haar filantropische activiteiten. Zo was er bij BAT veel aandacht voor de mogelijkheid om via donaties supporters te kweken in gemeenten rondom de eigen fabrieken, gemeenten waar toeleveranciers zoals tabaksboeren actief zijn en bij het maatschappelijk middenveld.

Aandacht afleiden van schade roken

BAT-documenten tonen ook aan dat charitatieve steun als een middel wordt gezien om makkelijker toegang te krijgen tot ambtenaren en politici. Donaties creëren niet alleen politiek kapitaal en goodwill bij de politieke elite, maar bieden ook ontmoetingskansen. Ook zijn er voorbeelden van steun aan niet-gouvernementele organisaties (NGO's), specifiek om gebruik te kunnen maken van hun contacten met beleidsmakers.

Met hun steun aan liefdadigheidswerk kunnen tabaksfirma's ook hun betrokkenheid bij het sociale welbevinden van mensen uitdrukken en zo de aandacht afleiden van de negatieve gevolgen van roken voor de gezondheid. In arme landen vormt steun aan de ontwikkeling eenzelfde afleidingsmanoeuvre door de aandacht te richten op het economisch belang van de tabaksindustrie, die investeringen, werkgelegenheid en exportkansen met zich meebrengt.

Dezelfde strategie schuilt achter BAT's steun voor organisaties die zich inzetten voor de bestrijding van uiteenlopende ziekten, zoals HIV/Aids, malaria, tuberculose en hepatitis. Hoe sterker de aandacht voor zulke gezondheidsbedreigingen, hoe minder belangstelling er is voor de doodsbedreiging van tabak, is de gedachte.

Voorbeelden uit Nederland

In Nederland zijn verschillende voorbeelden van filantropische steun door de tabaksindustrie die in deze context kunnen worden geplaatst. Philip Morris Holland is regelmatig in het nieuws met donaties aan instellingen in en rondom vestigingsplaats Bergen op Zoom. Zo doneerde de sigarettenfabrikant in 2007 17.000 euro aan de Voedselbank in die plaats en gaf zij in 2012 zevenhonderd gebruikte computers aan de lokale Stichting Samen Werken. Een aantal van die computers kon meteen aan een lokale basisschool worden doorgegeven.

Ook de onlangs door TabakNee onthulde sponsoring van basketball clinics voor scholieren door Philip Morris zal de bedoeling hebben gehad om contact te leggen en invloed te verwerven in de lokale gemeenschap.

Paul Huf

En wat te denken van de donatie door BAT, eind 2011, van 200 kunstwerken, 25 foto's van Paul Huf, een collectie grafiek en het complete archief van de voormalige Peter Stuyvesant kunstcollectie aan de gemeente Zevenaar. De gemeente heeft de kunstwerken in dank aanvaard en gaat ze ophangen in het nieuwe gemeentehuis dat volgend jaar verrijst op het voormalige BAT-terrein.

Het is precies om dit soort voorbeelden, dat de onderzoekers uit Bath pleiten voor een striktere handhaving van de artikelen 5.3 (over politieke inmenging door de tabaksindustrie) en artikel 13 (over sponsoring) uit het FCTC-verdrag van de WHO. Politici en ambtenaren, ook lokale, dienen verdacht te zijn op de achterliggende bedoelingen van liefdadigheidsschenkingen door de tabaksindustrie en zich te realiseren dat ze door betrokkenheid bij zulke acties beïnvloedbaar worden.