line
stanton glantz pleit voor tabaksbeleid gebaseerd op bevolkingsonderzoek-1

Stanton Glantz pleit voor tabaksbeleid gebaseerd op bevolkingsonderzoek

maandag 28 augustus 2023

Nu de e-sigaret al 17 jaar op de markt is, is er voldoende epidemiologisch bewijs voorhanden over de schadelijkheid van dit rookalternatief. In een advies aan de Amerikaanse FDA stelt tabaksprofessor Stanton Glantz dat tabaksbeleid voortaan gebaseerd moet zijn op dit bewijs uit de algemene bevolking.

Door de webredactie

Het Center for Tobacco Products (CTP) van de Amerikaanse Food and Drug Administration (FDA) is bezig met de ontwikkeling van een nieuw strategisch plan voor de komende vijf jaar. De tabaksafdeling van de FDA kwam eerder onder vuur te liggen na een kritische audit en nadat twee hoge ambtenaren van de afdeling overstapten naar de tabaksindustrie. Om publieke input te verzamelen ter voorbereiding van een nieuw strategisch plan hield het CTP op 22 augustus 2023 een hoorzitting. Emeritus hoogleraar geneeskunde Stanton Glantz publiceerde op zijn blog de tekst die hij tijdens die hoorzitting uitsprak. Met zijn toestemming geven we die hier in vertaling weer. Glantz is verbonden aan de Tobacco Centers of Regulatory Science (TCORS) van de Universiteit van Californië in San Fransisco (UCSF). Dit is wat hij zei:

Mijn naam is Stanton Glantz. Ik ben een gepensioneerde UCSF-professor geneeskunde en was tot mijn pensionering hoofdonderzoeker van de UCSF TCORS. Ik blijf betrokken bij de TCORS.

Als onderdeel van zijn Strategisch Plan moet het CTP beleid opstellen dat prioriteit geeft aan directe epidemiologische metingen van gezondheid en gedrag onder de bevolking boven indirecte maatregelen of aannames. Dat zou een substantiële verandering betekenen. Tot op heden heeft de FDA voorrang gegeven aan indirect bewijs, met name biomarkers, boven bevolkingsepidemiologie. De grondgedachte hiervan was dat nieuwe producten niet lang genoeg op grote schaal worden gebruikt om gezondheidseffecten op bevolkingsniveau te kunnen vaststellen.

E-sigaret al 17 jaar op de markt

Dit probleem geldt niet meer voor e-sigaretten, die inmiddels al 17 jaar (sinds 2006) op de consumentenmarkt zijn. Er bestaat een grote hoeveelheid epidemiologische literatuur over de gezondheidseffecten van e-sigaretten, zoals deze feitelijk door de algemene bevolking worden gebruikt. Die literatuur onthult verhoogde risico’s op hart-, long- en mondziekten in vergelijking met niet-gebruikers.

Nog belangrijker is dat, in tegenstelling tot biomarkerstudies, de epidemiologie van ziekten bij de mens aantoont dat de risico’s voor hart- en mondziekten van e-sigaretten vergelijkbaar zijn met die van sigaretten, en weliswaar lager voor longziekten, maar dat de risico’s van e-sigaretten toch veel groter zijn dan de FDA dacht. Dubbel gebruik van sigaretten en e-sigaretten (versus het exclusieve gebruik van een van beide producten) wordt in verband gebracht met een verhoogde kans op ziekten voor hart-, long- en mondziekten.

Net zo is er veel literatuur die de veronderstelling van de FDA tegenspreekt dat e-sigaretten, wanneer ze door consumenten worden gebruikt, resulteren in een ‘volledige overstap’ van sigaretten [naar e-sigaretten]. Dat doen ze niet.

Zes aanbevelingen voor aanpassing beleid

Om een beleid te implementeren waarbij voorrang wordt gegeven aan directe metingen van gezondheids- en gedragseffecten boven indirecte metingen of aannames, moet de FDA:

  • • beslissingen nemen over de risico’s van e-sigaretten en andere bestaande producten op basis van gedocumenteerde effecten op ziekten onder de bevolking, en niet alleen op kortetermijnmetingen van een beperkt aantal biomarkers voor blootstelling aan sigaretten;
  • • haar eigen meta-analyse ter harte nemen en ophouden met de veronderstelling dat het verminderen, maar niet stoppen, van het roken van sigaretten de risico’s aanzienlijk vermindert;
  • • prioriteit geven aan de effecten van dubbel en meervoudig productgebruik bij de besluitvorming over regelgeving en bij publieke communicatie;
  • • haar eigen beoordeling voltooien en het epidemiologische bewijs publiceren van het ziekterisico dat het gebruik van e-sigaretten oplevert in vergelijking met het roken van sigaretten en dubbelgebruik in de algemene bevolking;
  • • haar eigen beoordeling van de relatie tussen e-sigaretten en ander tabaksgebruik onder jongeren en jongvolwassenen voltooien en publiceren, met name over de mate waarin de e-sigaret jongeren aantrekt die minder geneigd zijn om met het roken van sigaretten te beginnen;
  • • stoppen met het nemen van beslissingen over regelgeving en publieke communicatie waarbij ervan wordt uitgegaan dat de e-sigaret als consumentenproduct mensen helpt te stoppen met roken, totdat er sterk bewijs uit de bevolking is dat deze veronderstelling juist is.

Baseer beleid op werkelijkheid

De FDA moet ook zo veel mogelijk prioriteit geven aan direct menselijk bewijs bij het beoordelen van de risico’s van andere nieuwe tabaksproducten. Het voorrang geven aan bewijs uit de bevolking zal ervoor zorgen de besluitvorming van de FDA gebaseerd wordt op de daadwerkelijke effecten op mensen die deze producten gebruiken.

Na de hoorzitting stuurde UCSF een meer gedetaileerde schriftelijke versie van dit standpunt naar de FDA.

tags:  mondziekte | Stanton Glantz | bevolkingsonderzoek | hart- en vaatziekten | longziekte | FDA | antirookonderzoek | e-sigaret | antirookbeleid