line
fractie nanninga zoekt gaten in de wet-1

Fractie Nanninga zoekt naar loopholes voor alternatieve tabaksproducten

vrijdag 19 november 2021

Om elektronische verhittingsapparaten voor tabaksproducten onder de Tabakswet te laten vallen, is ook instemming van de Eerste Kamer nodig. Uit een memorie van antwoord blijkt dat de Fractie Nanninga de enige partij is die vragen over het wetsvoorstel heeft gesteld, vragen die zo uit de koker van de tabaksindustrie lijken te komen.

Door de webredactie

Omdat er bij het gebruik van elektronische verhittingsapparaten als de IQOS verslavende en kankerverwekkende stoffen vrijkomen en nog niet bekend is wat de gezondheidsgevolgen op de lange termijn zullen zijn, heeft de overheid ervoor gekozen deze apparaten onder de Tabaks- en rookwarenwet te brengen. Daarmee gaan de regels die ook voor traditionele tabaksproducten gelden – denk aan reclame- en rookverboden – ook voor de alternatieve tabaksproducten gelden. Met 144 stemmen werd het voorstel door de Tweede Kamer aangenomen. Nu het bij de Eerste Kamer ligt, is er een partij die alsnog vragen aan demissionair staatssecretaris Blokhuis heeft gesteld over het waarom van dit voorstel.

Proactief informatie verschaffen

Het stellen van vragen staat vrij en is een belangrijk onderdeel van het democratisch proces. De Fractie Nanninga (FN), met zeven leden en ontstaan uit een samengaan van ex-Forum voor Democratie-leden en JA21, laat met haar vragen zien dat ze zich zorgen maakt over de gevolgen van de wetswijziging voor de tabaksindustrie. Zo vraagt ze of de regering niet, net als FN vindt dat volwassen rokers zich moeten kunnen laten informeren over verhitte-tabaksproducten in “speciaalzaken waar het mogelijk blijft om volwassen rokers proactief te informeren”.

Opvallend in die zin is het woord ‘proactief’, want dat wil zeggen dat de tabaksverkoper de roker uit eigen beweging met wat mooie woorden voor een nieuw product zou moeten kunnen interesseren en het is maar de vraag of alle gezondheidsrisico’s daarbij vermeld worden. Dat neigt al snel naar tabaksreclame, die, zo stelt Blokhuis in zijn antwoord, onder voorwaarden mogelijk blijft in tabaksspeciaalzaken die uitgezonderd zijn van het uitstalverbod. Maar vooral wijst hij erop dat consumenten zich goed kunnen blijven informeren: “Voor objectieve wetenschappelijk onderbouwde informatie over (verhitte) tabak verwijst de regering naar websites van het RIVM en het Trimbos-instituut.”

Minder schadelijk?

In de andere vragen probeert FN uit te lokken dat de regering hardop zegt dat alternatieve tabaksproducten als e-sigaretten en apparaten waarin tabak verhit en niet verbrand wordt, minder schadelijk zijn dan traditionele sigaretten. En of dat niet ook op de (bijsluiter bij de) apparaten vermeld zou moeten worden. Maar Blokhuis laat zich daartoe niet verleiden en antwoordt dat er “wetenschappelijke consensus bestaat over de conclusie dat de gezondheidsschade van het gebruik van verhitte tabak op langere termijn nog niet bekend is.” En ook acht hij afdoende bewezen dat gebruik van e-sigaretten en verhittingsapparaten de kans op terugval, dan wel opstap naar tabakssigaretten vergroot.

Recent concludeerden twee longartsen in het wetenschappelijke tijdschrift Chest: “vijftien jaar na de introductie van de e-sigaret op de markt, zijn er nog geen harde data waaruit medici met zekerheid kunnen concluderen dat ze een bijdrage levert aan harm reduction.” Amerikaanse onderzoekers ontdekten onlangs ook nog duizenden onbekende chemicaliën in e-sigaretvloeistoffen. En in 2018 stelde het RIVM al vast dat verhitte tabak ook schadelijk is voor de gezondheid.

Exclusief gebruik

FN merkt in haar vragen op dat er een groot onderscheid bestaat tussen het gebruik van traditionele en alternatieve tabaksproducten als dat exclusief gebeurt (en ze dus niet naast elkaar worden gebruikt). Ze zinspeelt erop dat ‘exclusief’ gebruik minder schadelijk voor de gezondheid zou zijn. Het woord ‘exclusief’ is hier opvallend, juist omdat veel rokers in de praktijk traditionele en alternatieve tabaksproducten naast elkaar blijken te gebruiken en dit duale gebruik extra schadelijk voor de gezondheid is.

Ook lijkt FN erop aan te sturen dat de overheid een stap terug doet, ze vindt dat strenge wet- en regelgeving voor alternatieve tabaksproducten die ervoor moet zorgen dat jongeren er niet mee gaan experimenteren, er niet ook toe moet leiden dat volwassenen ze niet meer gaan gebruiken. Wederom zit de praktijk anders in elkaar: de e-sigaret blijkt eerder een opstap naar een nicotineverslaving te zijn, dan een uitweg.

Vragen dienen het belang van de tabaksindustrie

Zo lijken de vragen van de Fractie Nanninga vooral vanuit de belangen van de tabaksindustrie gesteld te worden. Die industrie spant zich de laatste tijd hard in voor wat zijzelf met de term ‘harm reduction’ aanprijst: de overstap naar alternatieven voor de tabakssigaret. Daarmee probeert de industrie overheidsbeleid gericht op het toewerken naar een rookloze generatie te kapen.

Ondertussen blijven de tabaksproducenten vol inzetten op de tabakssigaret, waarvoor zij overal in de wereld agressieve marketingcampagnes voeren. Onlangs stelde Philip Morris zelfs een aparte President Combustibles Category & Global Combustibles Marketing aan, terwijl deze firma ook beweert de tabakssigaret helemaal uit te willen bannen. Alle mooie woorden kunnen niet verhullen dat de tabaksfirma’s simpelweg zo veel mogelijk mensen, linksom of rechtsom verslaafd willen maken en houden.

De regering doorziet dat ook, zo blijkt uit Blokhuis’ antwoorden. Hij schrijft: “De regering is van mening dat zowel verbrande tabak als verhitte tabak schadelijk is voor de gezondheid en dat de grootste gezondheidswinst wordt gehaald als volledig wordt gestopt met het consumeren van tabak, zowel in verbrande als in verhitte vorm.”

De vragen laten ten slotte zien hoe belangrijk het is dat wettelijk wordt vastgelegd dat de tabaksindustrie direct noch indirect invloed kan uitoefenen op het tabaksontmoedigingsbeleid. Anders gezegd: het moet duidelijk zijn dat artikel 5.3 van het Kaderverdrag inzake tabaksontmoediging (WHO-FCTC), dat invloed van gevestigde belangen op het beleid verbiedt, ook geldt voor het parlement.

tags:  harm reduction | gezondheidsschade | Tabakswet | heat-not-burn | politiek | tabakslobby