
Universiteiten staan open voor tabakslobby
dinsdag 06 mei 2025
Er was en is meer contact tussen de tabaksindustrie en Nederlandse universiteiten dan verwacht. Dat concluderen onderzoekers van Solid Sustainability Research en de Universiteit Leiden. De tabakslobby heeft nog altijd invloed op wetenschappelijk onderzoek en beleid om dat tegen te gaan ontbreekt.
Door de webredactie
Uit nieuw onderzoek van Solid Sustainability Research en de Universiteit Leiden blijkt dat Nederlandse universiteiten zich nog steeds voor het karretje van de tabaksindustrie laten spannen. Via directe en indirecte financiering van onderzoek zijn er nog steeds banden met de tabaksindustrie en universiteiten hebben over de omgang met die industrie geen beleid vastgelegd. De onderzoekers concluderen ook dat veel onderzoekers geen idee hebben van de manieren waarop de industrie samenwerking met de academische wereld gebruikt om overheidsbeleid en de publieke opinie te beïnvloeden.
De tabaksindustrie maakt sinds jaar en dag gebruik van wetenschap om twijfel te zaaien. “De industrie weet dat ze zelf geen geloofwaardigheid en respect heeft. Wetenschappers hebben dat wel”, zei Stanford-professor Robert Proctor al in 2013 tegen TabakNee.
“Door hun onderzoek te stimuleren en de resultaten te laten presenteren kan de industrie indirect haar punt versterken. Het is een bewuste strategie om wetenschappelijke autoriteit in te lijven en zo haar eigen positie te verstevigen.” In datzelfde jaar toonde Vrij Nederland aan dat de industrie door haar gefinancierd wetenschappelijk onderzoek inzet om Kamerleden te benaderen en zo beleid te beïnvloeden.
Betaald onderzoek, nevenfuncties, sponsoring
De onderzoekers van Solid Sustainability Research en de Leidse universiteit vonden in de periode sinds de Nederlandse ratificatie van het WHO-Kaderverdrag inzake Tabaksontmoediging in 2005 25 gevallen van universiteiten die open hebben gestaan voor de tabakslobby. Het Kaderverdrag beoogt alle vormen van betrokkenheid van de tabaksindustrie bij het maken van antirookbeleid te voorkomen. Universitaire studies kunnen impact hebben op de vorming van nieuw antirookbeleid, waardoor het belangrijk is dat de industrie zich ook niet met wetenschappelijk onderzoek bemoeit.
In het rapport wordt echter een lijst gepresenteerd die laat zien op welke manieren het de industrie toch is gelukt om tot de academische wereld door te dringen: het gaat om door de industrie gefinancierd onderzoek, om academici met nevenfuncties bij tabaksbedrijven, master-theses onder begeleiding van vertegenwoordigers uit de industrie, financiering van promovendi en sponsoring van studentenverenigingen.
Bijklussende hoogleraren
Verschillende van die contacten zijn eerder op TabakNee beschreven. Zo is hoogleraar pensioenrecht Erik Lutjens (VU Amsterdam) ook adviseur bij het pensioenfonds van British American Tobacco (BAT) en advocaat bij DLA Piper, die ook voor de tabaksindustrie werkt; was emeritushoogleraar politieke beïnvloeding Rinus van Schendelen ook adviseur van de tabaksindustrie; was Irene Asscher-Vonk tegelijk hoogleraar Sociaal Recht aan de Radboud Universiteit en commissaris bij Philip Morris. De onderzoekers vonden verder banden van tabaksbedrijven met de universiteiten van Twente, Utrecht, Leiden, Wageningen, de TU Eindhoven (TU/e), het AMC van de UvA, het Erasmus Medisch Centrum en TNO. De industrie ondersteunde Master-onderzoeken aan de Universiteiten van Twente en Groningen, de TU/e, de TU Delft en de Open Universiteit.
De meest recent voorbeelden van betrokkenheid van de tabaksindustrie betreffen onder meer een hoogleraar neurologie aan Maastricht University die wetenschappelijk hoofdadviseur is bij PlatoScience, dat voor 20 tot 25 procent eigendom van BAT is. Onderzoekers aan het Erasmus MC kregen tussen 2017 en 2021 financiering van biotechnologiebedrijf Micreos, dat deels eigendom is van Altria. Een cardioloog verbonden aan de Universiteit van Groningen had ook een functie bij health-techbedrijf Biofourmis, dat deels van Philip Morris International is.
Mogelijk nog meer banden
De banden tussen de industrie en de academische wereld verbaasden de onderzoekers, die eigenlijk met een heel andere onderzoeksvraag bezig waren. Ze wilden weten welke lessen er te leren waren uit de vroegere omgang van de academische wereld met de tabaksindustrie, zodat die helderheid konden geven over hoe universiteiten met de fossiele industrie om wilden gaan. “We gingen ervan uit dat dergelijke banden in de afgelopen jaren niet meer bestonden”, zegt Linda Knoester, een van de onderzoekers tegen Vrij Nederland, dat een artikel over het onderzoek publiceerde. “Maar al snel ontdekten we steeds meer banden.” Mogelijk zijn er zelfs meer samenwerkingen tussen de tabakslobby en de universitaire wereld geweest. “We hadden geen tijd om een volledig overzicht te maken; dat zou een apart onderzoek vereisen.”
Geen expliciet beleid
Bij ten minste 9 van de 15 Nederlandse universiteiten en academische instellingen waarmee de tabaksindustrie banden had of heeft, ontbreekt het ook aan expliciet beleid dat samenwerking met de tabaksindustrie verbiedt, zo ontdekten de onderzoekers toen ze daar navraag naar deden.
De Vrije Universiteit Amsterdam verwijst wel naar kernwaarden, “waaruit blijkt dat samenwerking met de tabaks- of wapenindustrie er niet bij past”, of ‘onaanvaardbaar is’. De Universiteit Utrecht heeft naar aanleiding van commotie over een door Philip Morris gefinancierd onderzoeksproject in 2018 besloten commissies in te stellen. Zij beoordelen samenwerkingen met externe partijen voortaan op basis van ethische criteria, waaronder het risico op belangenverstrengeling. De Universiteit voor Humanistiek heeft ook een commissie voor gevoelige samenwerkingen, die in eerste instantie naar mensenrechtenschendingen keek, maar die ook naar de tabaksindustrie en ‘partijen die het klimaat schade toebrengen’ zal kijken.
Transparantie, regels en toezicht
In het buitenland wordt een samenwerking met de tabaksindustrie wel van de hand gewezen. In beleid van universiteiten in de VS, Zuid-Afrika en Australië wordt dat expliciet gemaakt. Harvard schrijft bijvoorbeeld “geen subsidie of iets anders van waarde van enige tabaksfabrikant, -distributeur of ander tabak-gerelateerd bedrijf aan te nemen.”
De onderzoekers van Solid Sustainability Research adviseren universiteiten onder meer om transparant te zijn over de directe en indirecte banden met de industrie, beleid te ontwikkelen hoe met de industrie om te gaan, medewerkers en studenten op te leiden in de tactieken van de industrie en een onafhankelijk orgaan op te richten dat hier toezicht op houdt.