line

VNO-NCW: 'Lobby voor tabak volstrekt legitiem'

dinsdag 22 oktober 2013

VNO-NCW wil niet stoppen met haar lobby voor tabak.

Werkgeversorganisatie VNO-NCW/MKB Nederland vindt het volstrekt gerechtvaardigd dat zij opkomt voor de belangen van de tabaksindustrie en-handel. Dat blijkt uit een gesprek van TabakNee met twee medewerkers van VNO-NCW/MKB Nederland naar aanleiding van eerdere uitspraken van algemeen directeur Niek Jan van Kesteren in Vrij Nederland.

Door Bas van Lier

Van Kesteren sprak in Vrij Nederland onomwonden over de lobby van zijn organisatie in Den Haag en Brussel voor de tabaksindustrie. Daarbij benadrukte hij het belang van deze industrie, die jaarlijks een paar miljard euro aan accijnzen oplevert. "De Nederlandse staat heeft tabak nodig om zijn begroting rond te krijgen. Daarnaast zorgt deze industrie voor werkgelegenheid," stelt Van Kesteren. Ook zegt hij: "We weten dat tabak heel slecht is voor mensen, maar we verdienen er een hoop geld aan."

Verschillende grote brancheorganisaties in de gezondheidssector, die ook lid zijn van de werkgeversorganisatie, lieten in reactie op het artikel weten faliekant tegen het lobbybeleid van VNO-NCW te zijn, omdat dat haaks staat op hun eigen beleid. Zo zegt bijvoorbeeld André Rouvoet van Zorgverzekeraars Nederland: "Zorgverzekeraars ondersteunen tal van programma's en acties tegen het roken. Lobby voor tabaksindustrie (om antirookmaatregelen tegen te houden) vinden zij dan ook ongewenst. Zorgverzekeraars Nederland neemt daarom nadrukkelijk afstand van de lijn van VNO-NCW op dit punt en zal dit standpunt ook overbrengen aan het bestuur van VNO-NCW."

TabakNee wilde weten hoe VNO-NCW omgaat met dit gegeven en met welke argumenten zij haar lobby voor de tabaksindustrie rechtvaardigt en sprak met secretaris consumentenmarktvraagstukken Hubert van Breemen en zijn collega levensbeschouwing en maatschappelijk ondernemen Huib Klamer.

Ondernemersbelangen

Beiden erkennen direct de schadelijkheid van tabak en de taken die de overheid heeft op het terrein van de Volksgezondheid. Tegelijk zien zij het als hun democratisch recht om daar het belang van de industrie tegenover te zetten.

"Wij hebben niet een specifiek tabaksbeleid," stelt Van Breemen. "Wij staan voor de ondernemersbelangen, waarbij zaken als merkenrecht en intellectueel eigendom voor ons belangrijk zijn. Dat botst soms met het lifestylebeleid van de Europese Unie en het departement van VWS.

"Wij komen pas in actie als wij van mening zijn dat de belangen van de desbetreffende ondernemingen disproportioneel worden geschaad en als daar een sectoroverstijgend aspect aan zit. Dat laatste wil zeggen dat hetzelfde later ook voor andere productgroepen zou kunnen gaan gelden.

"Dat het publiek belang kan ingrijpen in het belang van de onderneming, dat is het punt niet. Ons gaat het om de maatvoering, dus in welke mate ondernemingen die een legaal product in de handel brengen in hun eigendomsrecht mogen worden aangetast. Dat is voor ons een belangrijk issue.

"Als een meerderheid in het parlement ergens toe besluit, dan leggen we ons daar uiteraard bij neer. Maar in het proces daar naar toe zal iedereen opkomen voor bepaalde deelbelangen. U misschien wat meer voor het volksgezondheidsbelang en wij iets meer voor het economisch belang. Dat is de rol die wij elk in de samenleving vervullen. Opkomen voor de belangen van producenten en detailhandel in legale producten, dat hoort tot onze taken."

Spelen ethische overwegingen hier geen enkele rol bij?

Van Breemen: "We hebben in onze statutaire doelstellingen geen criterium dat zegt: je kunt bij ons lid worden als je een legaal product maakt of verhandelt, tenzij het ethisch niet verantwoord is. Die ethische, maatschappelijke waardering vindt wel plaats, maar heeft zijn resultante in de maatschappij. Daarom nemen ondernemingen ook steeds meer maatschappelijke verantwoordelijkheid.

"Het is de maatschappij die clusterbommen, of heroïne, of tabak, of het dragen van bont wel of niet maatschappelijk verantwoord acht. De democratische discussie daarover heeft soms een reflectie in de wet."

Klamer: "Maar ik geloof dat we ons voor iets als gifgas bijvoorbeeld niet echt sterk zullen maken als VNO-NCW. Dat is toch wat anders dan tabak."

Wat is het verschil?

Klamer: "Tabaksgebruik is een vrije keuze van mensen."

Dat is een heel essentieel punt: bij tabak is al twee weken nadat iemand begonnen is met roken geen sprake meer van vrije wil, omdat het sterk verslavend is.

Klamer: "Daar verschillen we dan van mening over. Mensen doen risicovolle dingen, dat vind ik niet vergelijkbaar met clusterbommen of gifgas."

Van Breemen: "Maar wij hebben ook geen mening over de verslavendheid van producten. Wij nemen als vertrekpunt het feit dat tabak een legaal product is. Dan vinden wij het vreemd en disproportioneel dat de overheid straks bijvoorbeeld onder invloed van de Europese Richtlijn driekwart van het eigendomsrecht op de verpakkingen van sigaretten onteigent. Dat proberen wij over het voetlicht te brengen.

"Wij staan voor de collectieve belangen. Wij staan niet voor het belang van de tabaksindustrie, want dat doet de tabaksindustrie zelf. Pas als het een soort sectoroverstijgende uitstraling gaat krijgen, dan heb je kans dat het op onze agenda komt. Dan zullen we daar iets over vinden en dat aan de politiek laten weten. En dan weegt de politiek dat. Wij zijn een deelbelang. Er zijn allerlei belangen die door de politiek worden gewogen. Ons werk is heel vergelijkbaar met dat van U. U bepaalt uw eigen agenda, en u lobbyt naar de politiek. Dat doen wij ook.

"Wij vinden bovendien dat als wij namens de tabaksindustrie en de tabaksdetailhandel met de ambtenaren of de politiek praten, dat dat helemaal compatibel is met het FCTC-verdrag." Dit is het mede door Nederland ondertekende verdrag van de Wereldgezondheidsorganisatie waarin de overheid belooft de tabaksindustrie geen invloed op het beleid te geven. "Dat komt ook steeds weer terug in Kamervragen en al tien jaar zijn de antwoorden daarop hetzelfde. Elk jaar worden vragen gesteld of de minister in strijd met de WHO-regels met de tabaksindustrie heeft gesproken en elke keer is het antwoord dat dit wel mag. Wij zouden het ook raar vinden dat in een democratie iedereen met iedereen mag praten, behalve de tabaksindustrie."

"Wij vinden dat als je een legaal product hebt, dat je daar dan legaal met politici en ambtenaren over mag praten om ervoor te zorgen, net zoals u dat voor uw belang doet, dat die politici en ambtenaren ook het belang van de industrie of de retail zien."

Is het tabaksbeleid intern onderwerp van discussie binnen VNO-NCW naar aanleiding van de krachtige protesten van de leden uit de zorgsector?

Van Breemen: "Ik geloof niet dat het in het bestuur aan de orde is geweest."

Klamer: "We hebben wel commissies. Daar komt het onderwerp wel eens aan de orde. In het bestuur komen vaak wat meer generieke onderwerpen aan de orde. Het tabaksbeleid staat niet heel vaak op de agenda. Misschien nu met die EU-richtlijn."