line
zwaar beneden de maat-1

Ambtelijke adviezen aan Tweede Kamer over tabaksontmoediging zwaar beneden de maat

maandag 07 september 2020

De tabaksindustrie veroorzaakt in Nederland veel persoonlijk leed en maatschappelijke schade. Je zou dus verwachten dat de overheid krachtige initiatieven neemt om het schadelijke gedrag van de tabaksindustrie in te dammen, maar uit de ambtelijke adviezen aan de Tweede Kamer blijkt dat een compleet blinde vlek.

Door Rob Giebels*

Met belangstelling keken wij uit naar de recent verschenen ambtelijke rapporten waarin aandacht voor tabak op zijn plaats zou zijn. Het gaat om adviezen die de ministers van Financiën en Volksgezondheid naar de Tweede Kamer stuurden, en waarin beleidskeuzes worden gepresenteerd voor de opstellers van het Regeerakkoord na de verkiezingen van 2021. Concreet gaat het om deze rapporten: 1) ‘Naar een toekomstbestendig zorgstelsel’, 2) ‘Gezondheidsgerelateerde belastingen’ en 3) ‘Zorgkeuzes in kaart’.** Het eindresultaat, constateren wij, is heel bedroevend. Oordeel zelf.

1) Naar een toekomstbestendig zorgstelsel

Het rapport behandelt de doelmatigheid en houdbaarheid van de collectieve zorguitgaven. Het is afgerond net voor de coronacrisis uitbrak, maar daarom niet minder relevant. Immers de collectieve zorgkosten vormen een steeds groter aandeel van ons bruto binnenlands product (circa 10 procent, exclusief welzijn en kinderopvang) en zullen bij ongewijzigd beleid alleen maar toenemen, al was het maar door de vergrijzing en de voortgang van de medische technologie, waardoor steeds meer mogelijk is, maar niet gratis.

In het rapport wordt vermeld dat uit onderzoek van het RIVM blijkt dat 20 procent van de zorgkosten wordt veroorzaakt door ongezond gedrag, aandacht voor preventie zou hier dus op zijn plaats zijn. Maar in het 59 pagina’s tellende stuk wordt aan preventie precies anderhalve pagina besteed. Het Nationaal Preventieakkoord wordt zelfs geen enkele keer genoemd. Roken wordt in het hele rapport één keer terloops genoemd en eenmaal in een bijlage met preventiemaatregelen gerangschikt naar de hoogte van te verwachten besparingen op de zorgkosten. Ver na maatregelen als ‘de uitfasering van oude houtkachels’ en ‘verbod op zonnebanken’, vinden wij, jawel op de 25e plaats, een ‘stop roken dag’!

Extra zorguitgaven

Als het gaat om de bijdrage van preventie aan een toekomstbestendig zorgstelsel, dan verwacht je misschien wel in de eerste plaats aandacht voor tabaksgebruik. Het RIVM schat dat de tabaksindustrie jaarlijks 2,4 miljard euro aan extra zorguitgaven veroorzaakt. Door de medisch-technologische ontwikkelingen zullen rokers minder snel doodgaan, maar wel langdurig als chronisch patiënt een groot beslag leggen op het zorgbudget én op de mensen die in de zorg werken. Voor de goede orde: het betreft hierbij óók de effecten van e-sigaretten en verwante nieuwe producten.

2) Gezondheidsgerelateerde belastingen

De opstellers van dit rapport zijn zich bewust van het probleem; de maatschappelijke kosten van roken, jaarlijks ruim 30 miljard euro, en tabak als de belangrijkste te voorkomen doodsoorzaak: ‘er raken iedere week honderden kinderen verslaafd aan roken. Als zij blijven roken is de kans meer dan 50% dat zij aan de gevolgen daarvan zullen overlijden’. Het rapport wijst erop dat het deel van de bevolking met weinig inkomen en opleiding (de ‘lage SES’) extra zwaar wordt getroffen.

Het rapport benadrukt dat het niet alleen gaat om rokers te laten stoppen maar ook te ‘voorkomen dat niet-rokers ermee beginnen’. Helaas gaat het inzicht niet zover dat wordt onderkend dat het beleid zich dan ook in het bijzonder moet richten op jeugdigen, want dat zijn degenen die ermee beginnen. Het rapport wijst specifiek op het gevaar van e-sigaretten voor de volksgezondheid en het belang van maatregelen om het snelgroeiende gebruik onder jongeren tegen te gaan met specifiek het overstappen naar het roken van een ‘normale’ sigaret.

Goed, die inzichten zouden dan toch voldoende moeten zijn om de opstellers van het nieuwe regeerakkoord te adviseren in te zetten op stevige maatregelen? Welke fiscale instrumenten zijn dan effectief?

Stapsgewijze prijsverhoging

Volgens het rapport blijkt uit de literatuur dat een jaarlijks stapsgewijze verhoging van de prijs van een pakje sigaretten met 5-10 procent het meest effectief is. En dat vooral jongeren en volwassenen met weinig opleiding en inkomen gevoelig zijn voor prijsstijgingen. Het rapport stelt zelfs dat een prijsverhoging van tabak een van de weinige effectieve maatregelen is om de gezondheidsverschillen tussen hogere en lagere inkomens te verkleinen.

Het rapport verwijst naar het eerdere advies van het RIVM om de prijs per pakje sigaretten tot 10 euro te verhogen om de doelstellingen uit het Preventieakkoord te realiseren. Met e-sigaretten ligt het anders, die bevatten geen tabak en ontmoediging van het gebruik kan dan ook niet via accijnzen, maar moet via de introductie van een verbruiksbelasting of door een wettelijke minimumprijs.

Concreet adviseert het rapport de opstellers van het nieuwe regeerakkoord tot de volgende maatregelen: Verhoging van de tabaksaccijns met jaarlijks 5-10 procent tot de doelen van het Preventieakkoord zijn gehaald en introductie van een verbruiksbelasting op nicotinehoudende en niet-nicotinehoudende vloeistoffen die gebruikt kunnen worden in e-sigaretten. En daar blijft het bij.

Kanttekeningen

Hierbij vallen wel wat kanttekeningen te maken. De effectiviteit van de verhoging van de tabaksaccijns in stappen van 5-10 procent wordt gebaseerd op de publicatie ‘Effecten van accijns en prijs op het gebruik van tabaksproducten’ van het Trimbos-instituut uit 2015. In deze publicatie is echter geen onderbouwing voor deze bewering te vinden. Wel wordt daar vermeld dat bijna de helft van de niet-rokers een prijsstijging van 5 procent sterk zou steunen. De tijden zijn inmiddels danig veranderd: in 2018 was een ruime meerderheid van de Nederlanders voor een forse accijnsverhoging.

Verder is het opvallend dat in het rapport wel een minimumprijs voor sigaretten als effectieve maatregel wordt genoemd, maar dit niet is opgenomen als advies. En dat terwijl deze maatregel niet onbelangrijk is, omdat de praktijk uitwijst dat tabaksfabrikanten goedkope sigaretten aanbieden, waarmee zij de jeugd verslaafd kunnen maken. Als deze jonge rokers ouder worden en meer geld te besteden hebben, gaan zij over op duurdere merken. Bovendien zou met een wettelijk vastgelegde minimumprijs ook de e-sigaret worden bereikt.

3) Zorgkeuzes in Kaart

Soms zijn keuzes onbegrijpelijk. Zorgkeuzes in Kaart (ZiK) is een rapport van bijna 600 pagina’s waarin het nieuwe kabinet maar liefst 147 keuzes (‘fiches’ heet dat tegenwoordig) wordt voorgelegd. Er zitten heel ingrijpende voorstellen voor stelselwijzingen in, maar ook het belang van valpreventie bij 65plussers en gratis groente en fruit op de basisschool zijn niet vergeten. En jawel, ook tabak komt even aan de orde: een Nationaal Preventiefonds om preventie (in algemene zin) te bevorderen, te bekostigen uit onder andere de bestaande tabaksaccijns.

Bij de inventarisatie van de keuzes wordt er onder andere rekening mee gehouden dat ‘sommige preventiemaatregelen in ZiK tot gevolg hebben dat de algemene gezondheid van de samenleving (of de doelgroep) verbetert. Door deze gezondheidswinst verminderen de zorguitgaven. Bij de berekening van de budgettaire effecten van de beleidsmaatregelen zijn daarom opbrengsten of besparingen ingeboekt’.

Onkunde, onwil, beide?

Vooral zorgelijk is dat ondanks alle goede intenties van politieke gezagsdragers als staatsecretaris Blokhuis, de ministeries van Volksgezondheid en van Financiën ambtelijk blijkbaar blind zijn voor het belang van maatregelen om het tabaksgebruik tegen te gaan (met name bij jongeren en mensen met een lage sociaal economische status) als het gaat om de beheersing van kosten en de capaciteit van de gezondheidszorg.

De ambtelijke aandacht voor de bestrijding van de maatschappelijke schade die de tabaksindustrie veroorzaakt is krachteloos en getuigt van een enorme beleidsarmoede.

Gezien wat er aan kennis en ervaringen in het buitenland op tafel ligt om deze problemen effectief aan te pakken, is dit gebrek aan aandacht voor het aanpakken van tabaksgebruik om gek van te worden. Is het onkunde, onwil, beide? Het vreemde is dat het ministerie van Financiën een aantal jaren geleden een rapport publiceerde (IBO Gezonde leefstijl, 2016) met voorstellen voor stevige effectieve maatregelen tegen de tabaksindustrie. Het wordt wel vermeld in de literatuurlijst, maar is blijkbaar niet gelezen.

Als het gaat om beheersing van het beslag dat de zorg legt op de samenleving dan moet het besef doordringen dat de tabaksindustrie zich primair richt op de jongeren: volwassenen beginnen niet met roken, die zijn wel wijzer. De door roken veroorzaakte zorglasten worden (altijd later!) afgewenteld op de samenleving. Wil de samenleving daar iets aan doen, dan moet het beleid voorkomen dat de tabaksindustrie de jongeren aan de (al dan niet e-)sigaret krijgt.

Wat dan wel?

Om een of andere reden dringt het maar niet door: het aantal jongeren dat begint te roken, stijgt weer voor het eerst sinds jaren. De tabaksindustrie doet er alles aan om de verslaving voor te zetten en te verfijnen, zoals nu met e-sigaretten (in Nederland nog niet een heel groot probleem, maar in de VS rookt inmiddels driekwart van de jongeren e-sigaret). De tabaksindustrie is een heel taaie tegenstander met diepe zakken en weinig scrupules in haar methoden om verslaving van jongeren te voorkomen. Bijna alle middelen zijn daarbij geoorloofd, zoals ook weer bleek met de succesvolle interventie van de tabaksindustrie om het Preventieakkoord af te zwakken.

Maar effectieve maatregelen bestaan wel en zijn helemaal niet zo bizar. De Stichting Rookpreventie Jeugd noemt de belangrijkste:

- Een forse accijnsverhoging in combinatie met een hoge minimumprijs. De gebruikelijke tegenwerking van de tabaksindustrie (via KPMG, haar spreekbuis in deze) dat dit leidt tot méér smokkel is hoe dan ook sterk overdreven, maar zeker nu, omdat vanaf 2020 binnen de EU een Track & Trace-systeem bestaat voor tabaksproducten.
- Een zeer restrictief vergunningenbeleid voor de verkoop van tabak en e-sigaretten.
- Introduceren van een methode om de maximaal toegestane emissies van gif in een sigaret beter dan nu (‘de sjoemelsigaret’) te controleren. De evaluatie in 2021 van de betreffende EU-tabaksrichtlijn biedt daartoe de gelegenheid.
- De oprichting van een tabaksverslavingsfonds waarin de tabaksindustrie een deel van haar winsten moet storten en waaruit de kosten van de bestrijding van de gevolgen van tabaksverslaving worden betaald. Daarmee kan ook worden voorkomen dat een minimumprijs de winsten van de tabaksindustrie nog verder omhoog stuwen.

*Rob Giebels is penningmeester van Stichting Rookpreventie Jeugd.

**Bij het verschijnen van de besproken rapporten hebben we daar aandacht aan besteed in drie afzonderlijke artikelen die u hier kunt lezen: 1) Naar een toekomstbestendig zorgstelsel, 2) Gezondheidsgerelateerde belastingen en 3) Zorgkeuzes in kaart.

tags:  gezondheidsbeleid | tabaksverslavingsfonds | Preventieakkoord | rookpreventie | politiek | accijnsverhoging