line
nooit meer zin-1

Succesclaim van vieruurs-cursus ‘Ik Stop Ermee’ is misleidend

dinsdag 16 januari 2018

Een slagingspercentage van 81 procent voor een stoppen-met-roken-cursus van vier uur, dat kan niet kloppen. Verslavingsartsen en onderzoekers die al jaren rondlopen in het rookverslavingscircuit geloven er niets van. De Stichting Ik Stop Ermee, die in het hele land volle zalen trekt met deze vieruurs-cursus, zou deze claim niet meer mogen gebruiken.

Door Broer Scholtens

De stichting Ik Stop Ermee, een bedrijf met enkele medewerkers, gebruikt de gewraakte 81 procent-claim in folders en op haar website om rookverslaafden te paaien voor haar eenmalige cursus. De verleidende, en tegelijk misleidende tekst, doet zijn werk: de cursus trekt volle zalen met honderden rokers, dankzij mond-tot-mondreclame en misleidende teksten. Veel zorgverzekeraars vergoeden de cursuskosten. De gebruikelijke goede voornemens na de jaarwisseling hebben inmiddels gezorgd voor een flinke wachtlijst.

Marktpotentieel

Het bedrijf trekt twintigduizend klanten per jaar. Het marktpotentieel is groot: driekwart van de rokers wil eigenlijk stoppen. Elk jaar doen ongeveer een miljoen rokers een stoppoging. Ook veel bedrijven huren de stichting in voor een cursus in “huis”. De bedrijvencursussen lopen als een trein, met ook daar volgens de organisatoren een hoog slagingspercentage. Vreemd. De meeste hulpmiddelen en cursussen om rookverslaving uit te bannen komen niet verder dan 7-24 procent, zoals blijkt uit talloze wetenschappelijke onderzoeken.

Zaalhappening

De cursus Ik Stop Ermee, aangeprezen met “het hoogste stoppercentage van Nederland (81%)”, is een zaalhappening met veel verbaal geweld. Cursusleider en eigenaar Hugo Hairwassers, van origine bestuurskundige, bespeelt de zaal vier uur achtereen. Het lijkt op een cabaretvoorstelling, laten toehoorders weten. Er zijn drie korte pauzes. Rokers kunnen dan naar buiten voor hun “laatste” sigaret. Op het podium staat een bord met de tekst “Na een cursus van vier uur NOOIT meer zin in een sigaret”. Helderder is het vermeende succes niet te omschrijven.

Hersenspoeling

De cursus doet aan hersenspoeling. Rokers krijgen erin gestampt dat in die “geniale” sigaret talloze inventieve chemische stoffen zijn gestopt om rokers meteen van af het begin verslaafd te maken. Honderden stofjes van nicotine tot ureum, polonium, ammonia en natronloog doen hun verslavende werk. Ben je eenmaal begonnen, dan kom je er nooit meer van af, zoals bijvoorbeeld van die vermaledijde Marlboro-sigaret van Philip Morris. Rokers in de zaal krijgen te horen hoe die chemie doorwerkt in het lichaam, vooral in de hersenen. Waar zitten de zwakke punten van de rookverslaving, feiten om voortdurend in de gaten te houden en er nooit meer in te trappen. Verder een advies: elke morgen voor het ontbijt een glas lauw/warm water. En passant krijgt de zaal te horen dat de tabaksindustrie een proces aan zijn broek heeft gekregen voor haar foute gedrag en het opzettelijk verslaafd maken van mensen. Inzet: dood door schuld.

Allen Carr

De vieruurs-cursus lijkt veel op de methode van Allen Carr. Deze inmiddels aan longkanker overleden Brit schreef de afgelopen dertig jaar dikke zelfhulpboeken. Ook Carr laat de gezondheidsrisico’s van roken links liggen omdat ze als bekend en uitermate bewezen worden verondersteld. De aandacht ligt op de basale vraag: “Waarom rookt u eigenlijk?”

Media-aandacht

Het bedrijf Ik Stop Ermee heeft met zijn 81 procent-claim, op weg naar Nieuwjaar, veel media-aandacht weten te genereren. Enkele (rokende) journalisten volgen de cursus. De Volkskrant ging eind oktober vorig jaar naar een theaterzaal in Uden; zeshonderd man in de zaal. “Als ik zelf stop, is het bijvangst”, schrijft de journaliste. Ze babbelt een pagina vol over onder meer cursisten die in de pauzes op de stoep buiten hun laatste sigaret weg puffen. Ze tikt kletspraatjes van Hairwassers op zoals "Rokers, ze hebben allemaal last van een inzakkende nicotinespiegel.” Ook vraagt ze de cursusleider waar die 81 procent vandaan komt, maar laat hem vervolgens wegkomen met de opmerking: “Die 81% is te hoog.” Hairwassers hoeft niet uit te leggen waarom hij dan die veel te hoge claim blijft gebruiken.

Hairwassers mocht half november ook leeg lopen in het radioprogramma van Edwin Evers op Radio 538. Radioluisteraars kregen in een zaaltje naast de radiostudio hun cursus, met af en toe een doorschakeling naar de studio. Presentator Frank Dane vroeg van alles en nog wat. De hamvraag kwam echter niet in hem op: hoe komt u aan dat slagingspercentage van 81 procent.

RTV Apeldoorn deed het niet beter. De lokale omroep ging kijken in een kerkgebouw in Apeldoorn, gevuld met 600 rokers. De uitlegteksten van Hairwassers, twaalf jaar geleden zelf nog een straffe roker, gaan er bij de verslaggever in als koek. Ook Omroep Gelderland had in de kerk in Apeldoorn geen kritische vragen aan “wonderdokter” Hairwassers – een kwalificatie van de omroep – over het “hoge” slagingspercentage van zijn cursus.

De redactie van Nieuwsuur deed het de dag voor Nieuwjaar helaas niet beter. In een item van dertig minuten werd de cursus van Hairwassers neergezet als een wondertje, met teksten als de “nieuwe manier om van het roken af te komen” en “hoe stop je met succes”. Hairwassers mocht het kritiekloos uitleggen tegen de verslaggever, dit keer in Arnhem. Presentatrice Mariëlle Tweebeeke stelde in de studio geen enkele vraag over het geclaimde slagingspercentage van 81 procent, zelfs niet nadat verslavingsarts Robert van de Graaf van Verslavingszorg Noord-Nederland (VNN) haar vertelde dat uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat maar liefst 90 tot 96 procent van de rokers die op eigen houtje proberen te stoppen, binnen een jaar weer rookt, oftewel: een slagingspercentage van niet meer dan 4 tot 10 procent.

Media-lamlendigheid

Daarmee is de media-lamlendigheid rond de cursus niet compleet. Zaterdag 13 januari tikt freelance-journaliste Roos Menkhorst in een paginagroot stuk in dagblad Trouw kritiekloos het geraaskal van de “anti-rookgoeroe” op, zonder zich enig moment af te vragen waar hij zijn kennis op stoelt. Het cijfer van 81 procent komt deze keer niet over zijn lippen. Speciaal voor de verslaggeefster van Trouw tovert Hairwassers een nieuw cijfer uit zijn hoge hoed: een “stoppercentage van 60-65 procent”. Ook weer nergens op gebaseerd.

Gegoochel

Rookverslaving is een ernstige zaak, die zich niet leent voor gegoochel met cijfers en mooie woorden, en goedlopende maar vage zinnen. Hooguit tien procent van de rokers slaagt erin om zonder enige hulp van hun rookverslaving af te komen. Dit cijfer komt uit het recente rapport “Roken: een aantal feiten op een rij” van het Nationaal Expertisecentrum Tabaksontmoediging van het Trimbos-instituut (juli 2015). Iedereen die ertoe doet in rokersland heeft er aan meegewerkt, instellingen als Alliantie Nederland Rookvrij!, CBS, Hartstichting, KWF Kankerbestrijding, Longfonds, RIVM en het ministerie van VWS.

Op pagina 21 van het rapport lezen we: “Ex-rokers hebben gemiddeld 2,5 serieuze stoppogingen ondernomen in het verleden, rokers 2,3. Rokers hebben vaak meerdere pogingen nodig voordat het lukt om definitief te stoppen. De kans op terugval is het grootst vlak na de stoppoging. Pas wanneer iemand een jaar lang niet heeft gerookt, is stoppen ‘definitief’ gelukt. In 2012 had 4-10 procent van de rokers die het jaar ervoor een stoppoging hadden gedaan, nog steeds geen enkele sigaret gerookt. De cijfers zijn gebaseerd op de International Tobacco Control Netherlands Survey (ITC) uit 2012. Het zijn de laatste officiële Nederlandse cijfers over stoppogingen.” 

Schril

Deze cijfers, gebaseerd op stapels wetenschappelijk onderzoek, steken schril af bij de succesclaim van Ik Stop Ermee. Hoe komt eigenaar Hairwassers aan die stopclaim van 81 procent? TabakNee stuurt hem een e-mail met enkele vragen. Hij belt ’s avonds direct op. “Ik begrijp uw verontwaardiging niet goed, ik hoef niets te onderbouwen of te bewijzen, het is de universiteit Groningen die dit heeft uitgezocht”, zegt hij. “Ik heb niets met onderzoek, mensen van het roken af helpen, daar besteed ik mijn tijd liever aan.”

Hij belooft het bewuste Groningse onderzoek op te sturen, maar komt die belofte niet na. Het bedoelde rapport van eind 2011, gemaakt in opdracht van Hairwassers’ stichting Ik Stop Ermee, circuleert wel in het antirookcircuit. Twee bachelorstudenten van de faculteit Gedrags- en Maatschappijwetenschappen van de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) hebben zeven jaar geleden meer dan drieduizend deelnemers aan de cursus via e-mail gevraagd of ze weer roken. Driekwart heeft geantwoord. Van die groep geeft 81 procent aan gestopt te zijn. De studenten concluderen: “81% van de deelnemers aan het programma Stoppen met Roken is na een jaar niet rokend.”

Sullig

De conclusie van de studenten is sullig en slaat natuurlijk alleen op de groep die heeft geantwoord. Van de niet-antwoorders weten we niets. De studenten voelen enige nattigheid. Ze schrijven in hun verslag: “Wat opvalt is dat een groot aantal benaderden niet meewerkt aan het onderzoek.”

Cursusleider Hugo Hairwassers zit er niet mee. Het fraaie cijfer komt hem goed uit, de kritische noot van de studenten is hij gemakshalve vergeten. Hij wijst op het verwijssterretje achter die 81procent, dat op sommige pagina’s van zijn website terug is te vinden. Het sterretje verwijst naar de bron van zijn claim, de RUG. Daar moeten vragen worden neergelegd. De claim niet meer gebruiken, is niet bij hem opgekomen. En wordt er een klacht bij de Reclame Code Commissie (RCC) tegen zijn 81 procent-claim ingediend vanwege misleidende teksten (RCC-jargon) dan zit ook daar zijn verdediging, laat Hairwassers weten. De vraag is echter of hij daarmee weg komt, de gewraakte claim staat immers op zijn website.

Weglaten

Hairwassers is bekend met de methode van het weglaten van (juist veelzeggende) onderzoeksdata. Hij vertelde begin oktober 2017 tijdens een forumdebat van het Cancer Centrum UMCU dat zijn cursus in het UMCU – twee maal voor een zaal van 700 medewerkers en patiënten – een stoppercentage had opgeleverd 73 procent, gemeten twee jaar na de cursus. Maar het UMCU meldt desgevraagd dat dit ook weer ongeloofwaardig hoge cijfer verwijst naar een door hem uitgevoerd rekensommetje.

Jokken

In het Groningse onderzoek zitten overigens meer omissies. Zo hebben de twee studenten geen poging ondernomen zaken te controleren. Controle van de antwoorden is nodig omdat verstokte rokers minder bereid zullen zijn de vraag of ze nog roken te beantwoorden dan niet-rokers. Ze hebben bovendien meer de neiging te jokken over hun gedrag. Vooral omdat ze zich schamen, zeggen psychologen van de Radboud Universiteit Nijmegen in 2002, in het kader van een promotieonderzoek over de betrouwbaarheid van zelfrapportages over rookgedrag van longpatiënten (COPD). Ze schreven er drie jaar geleden over in Huisarts & Wetenschap, in een artikel met de titel COPD-patiënten jokken over hun rookgedrag. Dit is geen ondermijnend gedrag, het is een symptoom van hun rookverslaving. Jokken hoort bij rookverslaving, aldus de Nijmegenaren.

Slecht uitgevoerd onderzoek

Het slagingspercentage dat Hairwassers voor zijn cursus gebruikt is dus nergens anders op gebaseerd dan op slecht uitgevoerd onderzoek. Onderzoek beter uitvoeren is heus mogelijk. In Engeland hebben ze een methode ontwikkeld om een succespercentage goed te kunnen meten, de zogenaamde Russell Standard. In Nederland zijn instanties zoals het Trimbos-instituut bezig een vergelijkbare standaard te ontwikkelen om succespercentages te meten.

Niets bekend

Huisarts/epidemioloog Miriam de Kleijn heeft de afgelopen jaren een poging gedaan om dichterbij het werkelijke slagingspercentage van de Ik Stop Ermee-cursus te komen. De Kleijn heeft afgelopen jaren, samen met het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) en enkele huisartsen, honderden cursisten vragenlijsten laten beantwoorden. Driekwart van de aangeschreven cursisten die via hun huisarts bij de cursus terecht waren gekomen, wilde niet meedoen. Dat is een veel hoger uitvalspercentage dan beschreven door de twee Groningse studenten. Over deze grote groep is niets bekend. Wanneer het allemaal uitvallers zouden zijn, die dus binnen een jaar na de stoppoging weer roken, dan duikelt het succespercentage van de cursus tot net iets boven de tien procent. Zo somber zal het vermoedelijk niet zijn. Ook in de groep die niet mee wilde doen aan het onderzoek, zullen ongetwijfeld stoppers zitten. Maar hoeveel? Wie zal het zeggen.

Veel lager

Het is waarschijnlijker dat het slagingspercentage van de Ik Stop Ermee-cursus meer in de buurt ligt van wat eerder bij diverse onderzoeken naar “verslavingshulp” is gevonden. Zoals bijvoorbeeld de methodes als die van Allen Carr, waar het hooguit uitkomt op 30 tot 40 procent. Dit is aanzienlijk minder dan de door Hairwassers gebruikte claim van 81 procent. “Die zou niet meer gebruikt mogen worden”, vindt De Kleijn omdat wetenschappelijke onderbouwing ontbreekt. “Na publicatie van ons onderzoek zou Ik Stop Ermee ons cijfer kunnen gebruiken.”

Ze wil niet zeggen wat er precies uit haar onderzoek komt. “Een opvallend hoog percentage, zeker voor zo’n korte vier uur durende sessie”, is haar enige kwalificatie. Het LUMC nuanceert: het getal zal niet hoger zijn dan bij een individuele, gedragsmatige behandeling, eventueel in combinatie met medicatie. De publicatie over De Kleijns onderzoek is opgestuurd naar een internationaal verslavingstijdschrift. Ze hoopt binnen enkele weken te horen of het artikel wordt geaccepteerd. Totdat het zover is heerst er daarom radiostilte.

Elke stoppoging is er een

Of De Kleijn de cursus aanbeveelt bij patiënten? “Ja, hoor, de drempel voor zo’n cursus ligt laag, honderden rokers kunnen in één keer worden bereikt. Elke stoppoging is er een. Ook een mislukte poging is van belang, het dwingt mensen tot nadenken. Zaak is wel dat reguliere ‘stopmethodes’ niet worden afgekraakt, zoals nu door Ik stop Ermee gebeurt. Dit ondermijnt het vertrouwen en daarmee de succeskans van stopmethodes.” De Kleijn is voor stopadviezen voor rokers op maat. Er zijn veel opties, van medicatie tot genoemde cursus. “Roken is geen leefstijlkwestie, mensen zijn verslaafd. Ernstig verslaafde rokers hebben verslavingszorg nodig.”

Claim niet meer gebruiken

Ook gezondheidswetenschapper Arie Dijkstra, hoogleraar gedragsverandering aan de Rijksuniversiteit Groningen, vindt dat het bedrijf van Hairwasser de 81 procent-claim niet meer moet gebruiken. Dijkstra – hij kent het verslag van de twee studenten van “zijn” universiteit niet – deed onderzoek naar het succespercentage van de vergelijkbare Allen Carr-methode in Nederland en publiceerde hier drie jaar gelden over in BMC Public Health. De Carr-methode heeft een jaar na de cursus een succespercentage van minstens 24 procent en vermoedelijk meer, zo blijkt uit zijn studie. Dat is zes maal hoger dan een controlegroep van mensen die zonder hulp probeerden te stoppen. De Carr-methode werkt als een soort cognitieve gedragstherapie, in een grote groep. Dijkstra: “De succesclaim van Ik Stop Ermee is veel te hoog. Weg met die 81 procent. Het doet het goed bij de marketing, maar het kan niet kloppen. Het is goed dat het bedrijf aan de weg timmert met zijn cursus, maar niet op deze manier.” Zoek een ander marketingmiddel, is zijn advies.

Onrealistisch

Verslavingsarts Robert van de Graaf van Verslavingszorg Noord-Nederland (VNN), eind december gesprekspartner in de Nieuwsuur-uitzending, valt Dijkstra bij. “Er is geen enkel hulpmiddel of behandeling voor welke verslaving dan ook met zo’n onrealistisch hoog succespercentage. Die 81 procent zou niet meer gebruikt mogen worden. Mensen worden met dat veel te hoge cijfer misleid en geïndoctrineerd. Het cijfer is een eigen leven gaan leiden, terwijl het niet klopt.”

De Graaf: “Mensen hebben een stimulans nodig om te stoppen, zoals de recente landelijke actie Stoptober of goede publiekacademies en voorlichtingsavonden. Ook die cursus van Hairwassers’ Ik stop Ermee kan als stimulans werken.”

Boos

De Graaf maakt zich er boos over dat Hairwassers op zijn cursusavond rookverslaafden adviseert af te zien van hulpmiddelen als nicotine-vervangende medicatie. Dit druist in tegen bijvoorbeeld de NHG-behandelrichtlijn voor huisartsen Stoppen Met Roken. “Mensen moeten niet op het verkeerde been worden gezet met foutieve cijfers en met foute adviezen.”

Zonder hulp komt hooguit 10 procent van de rokers van zijn verslaving af, blijkt volgens Van de Graaf uit de vele onderzoeken. Zijn advies aan de roker: zoek hulp, ga daarvoor naar de huisarts. “Zo’n avondcursus is een aanleiding om aan de gang te gaan, het is geen behandeling. De basis van hulp aan mensen die willen stoppen met roken is gedragsmatige begeleiding.”

Hij heeft zijn aanbeveling neergelegd in een recent artikel in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde. Het Trimbos Instituut helpt hierbij een handje en heeft de website ikstopnu.nl en de Facebookpagina IkStopNu gelanceerd om rokers te ondersteunen bij het succesvol stoppen met roken. 

 

tags:  stoppen met roken | rookstop | rookverslaving | wetenschap | misleiding | onderzoek