line

Europarlementariër Toine Manders: "Je moet naar iedereen willen luisteren"

dinsdag 25 februari 2014

Europarlementariër Toine Manders (VVD/ALDE) – Lijsttrekker 50PLUS heeft bij de stemming over de Tabaksproductenrichtlijn twee amendementen ten gunste van de industrie ingediend. Dat zegt hij in een interview met TabakNee.

Wat vindt u ervan dat Philip Morris dossiers bijhoudt over u en uw collega's in het Europees Parlement?

"Dat vind ik terecht, dat is hun werk. Ik ben zelf advocaat geweest, ik zou het zelf ook zo doen. Ik vond het grappig te lezen wat ze over mij hebben genoteerd: 'Used to be very active on IP issues, seems to have lost interest.' Dat klopt. En: 'Liberal in views, yet hard to materialize on that.' Dat klopt ook."

Volgens de gegevens hebt u op 8 juni 2011 een ontmoeting gehad met twee lobbyisten van Philip Morris.

"Dat zou kunnen, dat kan ik zo niet zien. Ik heb ze in ieder geval gesproken, zoals ik ook met mensen van BAT (British American Tobacco, red.) heb gesproken. Ik vind dat zij, net als ieder ander, de mogelijkheid moeten hebben om hun werk uit te oefenen. Ik vind dat je als parlementariër naar iedereen moet willen luisteren.

"Ik heb overigens een aantal amendementen ingediend waarmee de industrie het niet eens was. Ik ben voor een beleid van tabaksontmoediging om te voorkomen dat jongeren gaan roken, maar ik ben als liberaal tegen een verbod op tabak, want mensen moeten wel zelf een keuze kunnen maken.

"Met mijn voorstellen heb ik geprobeerd de hypocrisie van de overheden aan de kaak te stellen, die enerzijds zeggen tabaksgebruik te willen ontmoedigen maar anderzijds gretig de accijnzen binnenhalen. Dus heb ik, als statement, een compleet verbod op tabak voorgesteld. Maar dat is door de meerderheid van de collega's afgewezen.

"Een tweede amendement was een heel praktisch voorstel, namelijk om de minimale hoeveelheid tabak in een pakje te verdubbelen, zodat pakjes twee keer zo duur en twee keer zo groot zouden worden. Voor jongeren wordt het dan onmogelijk om zo'n pakje te kopen van hun zondagsgeld en daarnaast worden de pakjes te groot om nog makkelijk in je zak te steken. De Hartstichting steunde me hierin, maar het voorstel is afgestemd.

"Een derde voorstel was om de accijnzen te oormerken voor campagnes om de jeugd van het roken af te houden en voor de kosten van medische zorg voor en onderzoek naar rookgerelateerde ziekten. Ook daar gingen de collega's niet in mee."

Wat vonden de lobbyisten van die voorstellen?

"Die zeiden dat ze die niet zouden steunen. En ongetwijfeld hebben ze bij collega's gelobbyd om mijn voorstellen niet te steunen. Aanwijzingen heb ik daar niet voor, maar dat zal vast zijn gebeurd. Ik ben overigens geen vijand van de tabaksindustrie."

De industrie heeft stellig bij u aangevoerd dat de waarschuwingen op verpakkingen een inbreuk zouden zijn op het intellectueel eigendom. Wat vindt u daarvan?

"Dat vind ik een argument uit de oude doos. Ik heb ze het idee aan de hand gedaan om met een gezonde sigaret te komen, althans een niet schadelijke sigaret. Dat zou een goede zet zijn. Ik vind dat je tegendraads moet denken om tot iets nieuws te komen."

Hebben de lobbyisten iets bij u kunnen bereiken? Hebben ze voorbeeldteksten voor amendementen bij u ingestoken?

"Nee. Ik heb naar ze geluisterd en mijn mening gegeven. En mijn amendementen schrijf ik zelf. Daarvoor heb je wel een zekere levenservaring en straatwijsheid nodig. Er zijn veel jonge parlementariërs die dat missen en die zich hun amendementen laten voorschrijven.

"Ik heb wel twee amendementen ten faveure van de industrie ingediend, voortkomend uit wat ik nog wist van de behandeling van de vorige Tabaksproductenrichtlijn. Dankzij mijn voorstel is het voorschrift dat de waarschuwingen op verpakkingen behalve gedrukt er ook op geplakt mogen worden. Sigarenkistjes kun je namelijk niet bedrukken. Ook heb ik ervoor gezorgd dat het oppervlak van de waarschuwingen gemaximeerd wordt tot de grootte van de voorgeschreven waarschuwing op een standaard-sigarettenpakje. Voor de leesbaarheid hoeft zo'n waarschuwing namelijk niet nog groter op een sigarenkistje te staan." Manders bedoelt dat hij een maximum heeft kunnen verbinden aan de grootte van de gezondheidswaarschuwingen.

Het FCTC-verdrag van de Wereldgezondheidsorganisatie schrijft voor dat contractpartners, zoals ook de EU, zich bij het bepalen van hun tabaksbeleid niet laten beïnvloeden door de industrie. Dat zou dus ook gelden voor Europarlementariërs.

"Nou, ik laat me niet beïnvloeden. Wat niet wil zeggen dat je niet naar lobbyisten zou moeten luisteren. Misschien hebben ze wel goede argumenten om het roken juist te ontmoedigen. Ik vind dat je net zo goed naar de industrie moet luisteren als naar het KWF en de Hartstichting. Wat dat betreft ben ik een echte democraat. Maar dat wil niet zeggen dat ik me laat beïnvloeden. Ik doe mijn werk op eigen denkkracht."