line

Europarlementariër Hans van Baalen: "Ik bepaal met wie ik spreek"

dinsdag 25 februari 2014

"Het is zonder meer zo dat tabak ongezond is, maar ik vind het niet nodig afschrikwekkende foto's op de pakjes te plaatsen." Dat zegt Europarlementariër Hans van Baalen (VVD/ALDE) in een interview met TabakNee.

"Ik weet dat ik een keer gesproken heb met Robert Wassenaar en Mathijs Peters van Philip Morris. Dat was op 8 juni 2011. Ik spreek heel veel mensen. In de regel gaat dat zo dat ik word benaderd. En als ik het nodig vind om met iemand te spreken, dan maken we een afspraak. Dat geldt net zo goed voor iemand van de anti-tabakslobby als voor vertegenwoordigers van de industrie. Ik kende de beide heren niet, dus ik heb ze gezegd: 'Kom maar vertellen.'

"Normaal gesproken duurt zo'n gesprek een half uur. We hebben over labeling gesproken. Zij wilden weten of ik voorstander was van die grote foto's op pakjes sigaretten. Omdat mijn vrouw niet tegen roken kan, ben ik er zelf mee gestopt. Maar ik vind niet dat die foto's op sigarettenverpakkingen horen. Dan moet je ook op flessen wijn en andere producten zulk soort foto's gaan zetten.

"Het is zonder meer zo dat tabak ongezond is, maar ik vind het niet nodig afschrikwekkende foto's op de pakjes te plaatsen. Alle informatie moet wel beschikbaar zijn, en moet ook op de pakjes staan. Ik ben ook voor het reclameverbod en vind dat we de jeugd zoveel mogelijk moeten ontmoedigen om te gaan roken. Maar die foto's gaan me te ver."

Hebt u iets met de informatie uit het gesprek met de lobbyisten gedaan?

"Nee, ik heb er niets mee gedaan. Het parlement was in meerderheid voor die labeling. De discussie in het parlement ging alleen nog over de grootte van de afbeeldingen. Ik heb voor de kleinere variant gestemd."

Wat wilden de vertegenwoordigers van Philip Morris dan bereiken?

"Ze wilden weten hoe de zaak lag bij de liberalen. Dat doen meer fabrikanten, dat is heel gebruikelijk."

Bent u door meer tabaksfabrikanten benaderd?

"Nee, ik denk niet dat die langs zijn geweest. Als ik het verhaal één keer heb gehoord, is dat genoeg."

Bent u bekend met het FCTC-verdrag, waarin de EU een verdragspartner is en dat voorschrijft dat overheidsorganen de tabaksindustrie op geen enkele manier de kans moeten geven om invloed op het beleid te kunnen uitoefenen? Vindt u dat die bepaling ook voor Europarlementariërs geldt?

"Ja, dat verdrag ken ik natuurlijk. En nee, ik vind dat parlementariërs, of ze nou lid zijn van het Europees Parlement, de Tweede Kamer of de Eerste Kamer, het recht hebben met een ieder te spreken. Met wie ik spreek bepaal ik. Als ik dat wil mag ik met een vertegenwoordiger van Iran spreken. Het zou onzin zijn als ik op basis van welk verdrag dan ook met bepaalde mensen niet zou mogen spreken. Met wie ik wil spreken beslis ik zelf."