line
rookmachine-1

Tabaksindustrie erkent dat rokers veel meer schadelijke stoffen binnenkrijgen dan wettelijk toegestaan

woensdag 24 juni 2020

Er is consensus dat de huidige wettelijk voorgeschreven methode om de uitstoot van sigaretten te meten niet goed meet hoeveel gif de roker echt binnenkrijgt. Maar als die meetmethode wordt aangepast, dan moeten volgens de tabaksindustrie de wettelijke maxima voor de toegestane gif-uitstoot flink omhoog. Dat een dergelijke verhoging de toch al tekortschietende bescherming van de volksgezondheid niet ten goede komt laat de tabaksindustrie koud.

Door de webredactie

Tijdens de behandeling van de handhavingszaak over de sjoemelsigaret bij de rechtbank in Rotterdam, deed de directeur van de Vereniging Nederlandse Sigaretten- en Kerftabakfabrikanten (VSK), Jan Hein Sträter, een opmerkelijke uitspraak. Zoals bekend was die zaak aangespannen door Stichting Rookpreventie Jeugd, de gemeente Amsterdam en vijftien gezondheidsinstellingen en vond de behandeling al in november 2019 plaats. Onlangs maakte de rechtbank het verslag van die zitting beschikbaar.

“Wij staan open voor nieuwe meetmethoden, Canadian Intense is er maar eentje”, zei Sträter letterlijk. “Als dat de nieuwe standaard wordt, dan is dat prima. Maar dan zijn ook andere emissiewaarden nodig, afgestemd op die nieuwe test. […] Die meetmethode is overigens een opmerkelijke invalshoek. Eisers zouden juist aan moeten dragen dat de emissiewaardes omlaag moeten gaan.”

Grenswaarden beschermen volksgezondheid

Sträter gaat er dus vanuit dat die wettelijk vastgestelde emissiewaardes omhoog moeten bij een eventuele aanpassing van de meetmethode. Terwijl de eisers in deze zaak juist willen dat de huidige norm van maximaal 10 milligram teer, 1 milligram nicotine en 10 milligram koolmonoxide (TNCO-waarden 10-1-10) wordt gehandhaafd in plaats van gemanipuleerd, zoals nu het geval is.

In Sträters gedachtegang zijn die grenswaarden kennelijk slechts bedoeld om te zorgen dat er binnen de hele EU op dezelfde manier wordt gemeten. De redenering is dan dat als de bestaande sigaretten bij een nieuwe meetmethode hogere waarden laten zien voor wat een roker binnenkrijgt, de maximumemissieniveaus moeten worden bijgesteld. Met andere woorden, als het aan de tabaksindustrie ligt blijft de hoeveelheid schadelijke stoffen die de roker nu ten onrechte binnenkrijgt dankzij de huidige gemanipuleerde meetmethode dus hetzelfde, namelijk gemiddeld twee tot drie keer zo hoog als het nu geldende wettelijk maximum. Dat is een bijna volmondige erkenning van het bestaan van de sjoemelsigaret. De tabaksindustrie erkent nu dus ook dat de op dit moment gebruikte meetmethode de hoeveelheid gif die de roker inhaleert zeer aanzienlijk onderschat.

‘Slechts een teststandaard’

In een gepubliceerde e-mailwisseling tussen British American Tobacco (BAT) en het ministerie van VWS over dit onderwerp, verwoordt BAT die redenering zo: “Maar het belangrijkste is, rookmachinemethodes – inclusief de Health Canada Intense methode en ISO – vertegenwoordigen niet het daadwerkelijke menselijke rookgedrag en zijn zo ook niet bedoeld. Ze bieden slechts een teststandaard voor machinale rookafgifte van sigaretten. […] In elk geval leidt het vervangen van de ene door de andere meetmethode niet tot enige gezondheidsvoordelen.” Dat laatste is natuurlijk niet juist, want minder teer, nicotine en koolmonoxide maakt een sigaret nog niet veilig, maar wel minder schadelijk.

De Europese Tabaksproductenrichtlijn is echter helder in zijn bedoelingen: artikel 1 van de richtlijn bepaalt dat er eisen worden gesteld aan onder meer de emissies van sigaretten “... teneinde de interne markt voor tabak en aanverwante producten beter te doen functioneren, waarbij wordt uitgegaan van een hoog niveau van bescherming van de volksgezondheid, met name voor jongeren...” Het is precies dat hoge niveau dat met de huidige meetmethode met minimaal een factor twee tot drie wordt overschreden.

ISO- vs. CI-methode

De TNCO-norm 10-1-10 is opgenomen in de Tabaksproductenrichtlijn, waarin ook wordt voorgeschreven dat die norm moet worden gehandhaafd met de ISO-meetmethode. Deze methode is echter omstreden, omdat die door de tabaksindustrie zelf is ontwikkeld en wordt beïnvloed door minuscule gaatjes die in de filters van sigaretten zijn aangebracht. Er wordt daarom ook wel gesproken van de ‘sjoemelsigaret’. Die filterventilatie zorgt ervoor dat de door de ISO-machines gemeten emissiewaarden veel lager zijn dan de gif-hoeveelheden die een roker werkelijk binnenkrijgt. Rokers sluiten bij het roken immers de gaatjes in de filters af met hun lippen en vingers. De roker inhaleert dus niet-verdunde rook.

Een alternatieve meetmethode, Canadian Intense (CI) geheten, benadert dat rookgedrag beter, doordat hierbij de filtergaatjes worden afgesloten. Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) vergeleek beide methodes in 2018 en concludeerde dat bij de Canadese methode de emissiewaarden 2 tot wel 26 keer zo hoog uitvallen als bij de ISO-methode. In de praktijk betekent dat dat rokers veel en veel meer gif binnenkrijgen dan wettelijk is vastgelegd en toegestaan.

Lobbystrategie

Twee jaar geleden stelde een medewerker van Philip Morris in de Volkskrant ook al dat de tabaksfabrikant een andere testmethode zou accepteren, als in dat geval maar de wettelijke grenswaarden worden aangepast. De uitspraak van Sträter maakt duidelijk dat ook de andere grote tabaksfirma’s, British American Tobacco, Japan Tobacco International en Imperial Brands, verenigd in de VSK, deze strategie bewandelen.

Te verwachten is dan ook dat dit de inzet gaat worden van de tabakslobby in de Europese Unie als volgend jaar een nieuwe herziening van de EU-Tabaksproductenrichtlijn (TPD) aan de orde komt. Afgelopen januari gaf de nieuwe Eurocommissaris voor Volksgezondheid Stella Kyriakides in antwoord op vragen uit het Europees Parlement aan dat de Europese Commissie een aanpassing van de meetmethoden op dit moment niet nodig acht. “Bij afwezigheid van nieuwe wetenschappelijke en technische ontwikkelingen of internationaal overeengekomen normen, wordt een wijziging van meetmethoden op dit moment niet nodig geacht.” Maar voegde zij toe: “Tegen 2021 zal de Commissie verslag uitbrengen over de toepassing van de TPD. Indien nodig op basis van de bevindingen van het rapport, kan zij een voorstel tot wijziging van de richtlijn overwegen.”

Inzicht in filterventilatie

In november belegde het RIVM een bijeenkomst over dit onderwerp in Den Haag. “De meeting stond in het teken van het verkrijgen van de laatste wetenschappelijke inzichten op het terrein van de impact van filterventilatie op gezondheid en rookgedrag”, schreef staatssecretaris Blokhuis (Volksgezondheid) in antwoord op Kamervragen. De bijeenkomst liep vooruit op de jaarlijkse vergadering van de partijen (COP) bij het Kaderverdrag inzake Tabaksontmoediging van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO-FCTC), die dit najaar in Den Haag zou worden gehouden. Nederland wilde daar de inzichten over de sjoemelsigaret delen, zodat de vergadering aanbevelingen voor de aanpassing van de meetmethode zou kunnen doen. Vanwege het coronavirus is die 9e COP verplaatst naar november 2021.

Europese aangelegenheid

Aan de nieuwe wetenschappelijk inzichten wordt, kortom, gewerkt. Tegelijkertijd is door toedoen van Stichting Rookpreventie Jeugd de kwestie nu voorgelegd aan het Europees Hof van Justitie. Op verzoek van de rechtbank in Rotterdam moet het Europees Hof antwoord geven op de vraag of de nu voorgeschreven ISO-meetmethode een correct beeld geeft van wat rokers aan gif binnenkrijgen. Het onderzoek van het RIVM toonde in elk geval al aan dat dit niet zo is.

De beslissing van het Europees Hof kan verstrekkende gevolgen hebben, omdat die uitspraak van toepassing zal zijn op elk pakje sigaretten dat in de Europese Unie wordt verkocht. Inmiddels is duidelijk dat de Europese Commissie, het Europees Parlement en de Europese Raad zullen deelnemen aan deze procedure in Luxemburg en dat ook alle 27 lidstaten van de Europese Unie door het Hof zullen worden uitgenodigd eraan deel te nemen.

Wat begon met een weigering van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit om op te treden tegen de sjoemelsigaret, is nu dus in het hart van de Europese Unie beland. Het is inmiddels duidelijk wat de insteek van de tabaksindustrie zal zijn om dit dossier naar haar hand te zetten en het is aan de Europese beleidsmakers om daar geen enkele aandacht aan te besteden.

tags:  VSK | Canadian Intense-methode | ISO-methode | SRPJ | Tabaks Producten Richtlijn | tnco