line

Europarlementariër Esther de Lange : "Dat lobbyisten dossiers aanleggen is niet vreemd"

dinsdag 25 februari 2014

"Dat PM [Philip Morris, red.] mij in hun dossier aanmerkt als iemand die op de hand is van de tabaksindustrie, kan ik niet verklaren." Dat zegt Europarlementariër Esther de Lange (CDA / EVP) in een interview met TabakNee.

"De inhoud van het dossier dat over mij is aangelegd laat ik voor rekening van PM, maar dat PM zulke gegevens vastlegt, vind ik op zichzelf niet vreemd. Als lobbyist is het jouw taak in kaart te brengen hoe het speelveld in elkaar steekt. De Dierenbescherming, om maar een voorbeeld te noemen, doet niet anders.

"In het geval van de tabaksindustrie gaat het echter niet om een gewoon product. Want laten we wel wezen: als tabak nu op de markt zou komen zou het nooit worden toegelaten. Dan vind ik dus dat je als producent van zo'n product ook een bepaalde verantwoordelijkheid hebt. Wat dat betreft sta ik kritisch tegenover de inzet en het budget waarmee tabaksbedrijven de politiek proberen te beïnvloeden.

"Als je ziet dat Philip Morris met 160 man aan het lobbyen is geweest en dat vergelijkt met bijvoorbeeld de Nederlandse en de Europese hartstichtingen die met maar één persoon in Brussel actief zijn, dan is het verschil wel erg groot. Dat vind ik wel wrang. Als politicus heb je dan de verantwoordelijkheid ervoor te zorgen dat je iedereen gesproken hebt die bij zo'n onderwerp belang heeft en niet alleen de industrie.

"Ik heb twee afspraken met Mathijs Peters gehad, op 7 juni 2011 en op 20 februari 2013. Peters en ik werkten eerder samen voor Ria Oomen. De praktijk is dat zij [de tabakslobbyisten, red.] contact opnemen om een afspraak te maken. Op het tabaksdossier heb ik gezegd: 'Dat is prima, we doen dat één of twee keer zoals ik ook afspraken met anderen maak en aan het eind maak ik de balans op.'

"Ik vind het heel nuttig om met de tabaksindustrie te spreken, zodat ik hun belangen beter kan doorgronden. Zij bleven maar hameren op de e-sigaret, over zaken als de stoffen die erin mogen en de drempelwaarden daarvoor. Dan krijg je vrij snel door wat daar achter zit: namelijk dat zij de e-sigaret zien als een product om nieuwe zieltjes mee te winnen en jongeren vertrouwd te maken met roken. Het mooie verhaal dat de e-sigaret mensen zo goed kan helpen om te stoppen met roken is wel erg doorzichtig.

"De amendementen die ik (mede) heb ingediend, concentreerden zich op twee punten, de shisha-pen en andere imitatieproducten en de gezondheidswaarschuwingen. Die shisha-pennen bevatten geen nicotine, maar zijn voor wat ik oefenroken noem. Daar was te weinig aandacht voor in de ontwerptekst. Ik vind dat we vooral moeten voorkomen dat de tabaksindustrie op welke manier dan ook nieuwe zieltjes kan winnen. Kinderen vinden die pennen fantastisch. Op de basisschool is het stoer om zo'n ding te hebben. Het is gewoon een sneaky instrument om jongeren te lokken voor het roken.

"Op het gebied van de gezondheidswaarschuwingen heb ik voorstellen gedaan om ook de gevaren van passief roken op te nemen. Veel rokers staan nog eerder open voor de waarschuwing dat ze hun kinderen iets aandoen dan dat hun eigen gezondheid wordt geschaad.

"Dat PM mij in hun dossier aanmerkt als iemand die op de hand is van de tabaksindustrie, kan ik niet verklaren. Kijk naar de amendementen die ik heb ingediend. Ook mijn standpunten over ingrediënten van sigaretten staan haaks op die van PM. Alles wat een sigaret lekkerder maakt of anders laat smaken dan naar tabak moet er wat mij betreft uit.

"Ik ken het FCTC-verdrag en de bepalingen van artikel 5.3 daarin. Binnen de ENVI-commissie hebben we ook afspraken gemaakt over gesprekken met de tabaksindustrie. Van het secretariaat hebben alle commissieleden, voorafgaand aan de behandeling van de richtlijn, een mail gekregen waarin werd gewezen op de bepalingen van het FCTC-verdrag en dat eventuele besprekingen met de tabaksindustrie transparant moeten zijn. Daarom heb ik ook bijgehouden wanneer ik besprekingen heb gehad met de tabakslobbyisten en waar we het over hebben gehad.

"Dat doe je lang niet bij elk dossier. Maar in dit geval wel. Dit product vraagt er om dat je secuurder en zuiverder bijhoudt met wie je gesproken hebt. Die gegevens hebben we niet hoeven terugkoppelen aan het secretariaat. Ik weet niet hoe dat zit met de rapporteur en de schaduwrapporteurs (de mensen die namens de partijen de onderhandelingen met de rapporteur voeren – red.) op dit dossier. Die hebben waarschijnlijk nog veel meer mensen gesproken. Het kan zijn dat de hoofdverantwoordelijken per fractie op dit onderwerp nog nauwkeuriger hebben moeten bijhouden met wie ze hebben gesproken. Ik zal dat navragen bij Karl-Heinz Florenz, die binnen onze fractie verantwoordelijk was voor dit dossier."