line
zet nicotinepreventie hoog op eu-agenda-1

Oproep om nicotinepreventie hoog op EU-agenda te krijgen

maandag 13 mei 2024

Bij de aanstaande Europese verkiezingen moet nicotinepreventie een prominent onderwerp worden. Het European Network for Smoking and Tobacco Prevention roept alle gezondheidsorganisaties op om in een brief aan Europees Parlementskandidaten te pleiten voor extra maatregelen. 

Door de webredactie

“Ondanks decennia van bewustwordingscampagnes en beleidsmaatregelen, blijft tabak een aanhoudend gevaar dat miljoenen levens eist en een grote belasting vormt voor de gezondheidszorg in de gehele EU”, schrijft het European Network for Smoking and Tobacco Prevention (ENSP) in een open brief. Samen met de Zweedse organisatie A Non Smoking Generation roept ENSP alle kandidaten voor het Europarlement op om serieus werk te maken van nieuw antirookbeleid. Tegelijk lanceren de organisaties een informatiecampagne gericht op alle EU-inwoners om antirookbeleid te laten meewegen bij hun keuze voor kandidaten. Gezondheidsorganisaties worden opgeroepen om een voorbeeldbrief voorzien van het eigen logo te versturen aan huidige en toekomstige nationale kandidaten voor het Europees Parlement.

De Europese verkiezingen vinden in de 27 Europese landen plaats tussen 6 en 9 juni. Door te stemmen op kandidaten die zich bewust zijn van de schadelijke rol van nicotinegebruik kunnen kiezers zorgen dat tabaksontmoediging hoog op de politieke agenda belandt.

Europese Rookvrije Generatie in 2040

De Europese Unie heeft zich in 2021 gecommitteerd aan een rookvrije generatie in 2040. Daar is sprake van als minder dan 5 procent van de Europeanen nog rookt, terwijl het aantal jonge rokers in de afgelopen jaren juist is gestegen naar 21 procent. Om dat percentage terug te dringen moeten er nieuwe maatregelen genomen worden, maar de EU blijft telkens afzien van de herziening van de Tabaksproductenrichtlijn waarin nieuwe maatregelen afgesproken moeten worden.

A Non Smoking Generation waarschuwt in een aparte brief voor het lobbyverhaal van de tabaksindustrie, die beweert dat snus en nicotinezakjes in Zweden de reden zijn voor het relatief lage aantal rokers in dat land. In werkelijkheid, schrijft de Zweedse organisatie, heeft dat meer te maken met verspreiding van kennis, hoge accijnzen en uitgebreide tabakswetgeving. Snus en de nicotinezakjes hebben er juist voor gezorgd dat jongeren weer meer zijn gaan roken.

Maatregelen op vijf terreinen nodig

Volgens ENSP zijn er vijf terreinen waarop de Europese Unie het verschil kan maken. In de eerste plaats zou het “op moeten komen voor de implementatie en handhaving van uitgebreide antirookmaatregelen, waaronder verboden op tabaksreclame, -promotie, en -sponsoring en restricties voor hoe tabaksproducten verpakt mogen worden.”

Ten tweede zou de EU rookpreventie en rookstophulp moeten ondersteunen door bijdragen te leveren aan de ontwikkeling en de implementatie van wetenschappelijk ondersteunde rookpreventie.

In de derde plaats moet de EU voor maatregelen pleiten die voorkomen dat de jeugd met tabak gaat experimenteren. Dat kan door de tabaksleeftijd overal op te hogen, door smaaktoevoegingen te verbieden en strenge tabaksverkoopregels in te voeren in de omgeving van scholen en andere plekken waar veel jongeren komen.

De EU zou ook de samenwerking tussen de lidstaten kunnen bevorderen waar het over grensproblemen rond tabaksontmoediging gaat, bijvoorbeeld in het geval van illegale handel van tabaksproducten.

Ten slotte moet de Unie de volksgezondheid boven de belangen van de tabaksindustrie stellen door het tegengaan van de invloed die de industrie op antirookmaatregelen probeert uit te oefenen. Daarbij moet de EU transparantie in het beleidsproces voorstaan.

Ombudsman en rekenkamer: te weinig transparantie

De ENSP overdrijft niet bij het uitlichten van deze punten. De Europese ombudsman Emily O’Reilly heeft meermaals aangekaart dat de Europese Unie tekortschiet als het gaat om transparantie en het buitenhouden van de tabaksindustrie in het beleidsproces, terwijl de Unie nota bene het internationale Kaderverdrag inzake tabaksontmoediging (WHO-FCTC) heeft ondertekend, waarmee ze dat belooft. O’Reilly classificeert dat zelfs als ‘wanbeleid’.

Onlangs voegde de Europese Rekenkamer zich bij die kritiek: er is wel een Europees transparantieregister waarin lobbyisten zich zouden moeten registreren als ze met Europese beleidsmakers praten, maar dat valt op allerlei manieren te omzeilen.

Ongekende lobby

Het is belangrijk dat juist die transparantie volledig is als de Europese Unie nieuwe antirookmaatregelen gaat maken. De vorige keer dat de Tabaksproductenrichtlijn werd herzien (2012) leverde dat een ongekende lobby van de industrie op, die er alles aan deed om nieuwe antirookmaatregelen te voorkomen of af te zwakken om zo veel mogelijk tabak te kunnen blijven verkopen en te blijven verdienen aan nicotineverslaving.

Toolkit met campagnemateriaal

Tegelijk met de open brieven verspreidt de ENSP een toolkit met grafisch materiaal en statements die gebruikt kunnen worden om bijvoorbeeld via social media te verspreiden, waarmee een breed publiek geïnformeerd kan worden over de schade door nicotineproducten en de maatregelen die nodig zijn om daar een eind aan de maken.

tags:  antirookbeleid | Europees Parlement | nicotinelobby | Wet Rookvrije Generatie | tabaksproductenrichtlijn | EU | preventie | nicotine