line
tabakssyndicaat-deel-6-2

Omgekocht door Big Tobacco? Het tabakssyndicaat en de kleine winkelier, deel 6

zaterdag 29 maart 2014

Heeft de tabaksindustrie de kleine tabakswinkelier in haar zak? De voorman van de vereniging voor tabaksspeciaalzaken vergadert op het ministerie over "inbreuk op het merkenrecht", als gevolg van de mogelijke plannen om tabaksverpakkingen er identiek uit te laten zien. Een argument dat vooral door de industrie wordt gebruikt, waarmee de tabaksspeciaalzaak juist op voet van oorlog staat. Deel 6 van de serie over het tabakssyndicaat achter postbus 262 te Leidschendam. "De tabaksindustrie, Philip Morris en zo, heeft deze actie georganiseerd."

Door Stella Braam

Den Haag, 25 februari 2013. Cameraploegen verdringen zich voor de kleine tabakswinkel Day to Go tegenover het Binnenhof. De kleine winkel is vandaag omgebouwd tot een heus actiecentrum. Over de schappen waar normaal gesproken de bekende sigarettenmerken staan, hangt nu een doek waarop de toekomstige situatie wordt verbeeld: pakjes met afbeeldingen van rijen verrotte tanden en aangetaste longen. Zo gaat het eruit zien als Brussel haar zin krijgt met het tabaksontmoedigingsbeleid.

De verzamelde pers krijgt te horen dat de antirookvoorstellen uit Brussel niet helpen om het roken onder de jeugd te ontmoedigen. "Het enige waar de overheid nu voor gaat zorgen, is dat tientallen winkeliers het leven laten", zegt Jos Zuijdwijk, voorzitter van de NSO, brancheorganisatie voor de tabaksdetailhandel, die de belangen van de tabaks- en gemakswinkels behartigt. Gemakswinkels zijn tabakswinkels die naast tabak ook andere spullen verkopen, zoals kranten, tijdschriften en snoep. Volgens de website van de NSO heeft Nederland 1650 tabaks- en gemakswinkels, maar in een brief aan het ministerie van Volksgezondheid van 29 april 2013 stelt de NSO dat ons land 2000 van zulke winkels telt. De actie in de winkel tegenover het Binnenhof is volgens het persbericht door de NSO georganiseerd.

In het publiek overhandigt een man enthousiast zijn visitekaartje. Een kaartje met "BETA" erop, de belangenvereniging van zelfstandige tankstationsondernemers. "Wij hebben deze actie mee georganiseerd", legt de BETA-meneer uit.
"Is een tankstation een tabaksspeciaalzaak?"
"Nee", zegt hij lachend. "Maar wij verkopen óók tabak."

Achter deze actie schuilen méér organisatoren. Dat blijkt als we een paar dagen later de verkoper in de actiewinkel spreken, die opgelucht is dat zijn zaak weer normaal oogt. Op de vraag wie het heeft georganiseerd, antwoordt hij: "De tabaksindustrie, Philip Morris en zo." Meer wil de man achter de toonbank er niet over kwijt. Hij heeft wel een punt, het doek met de afschrikwekkende foto's is namelijk betaald door de Stichting Sigarettenindustrie, waarin drie grote tabaksfabrikanten op Nederlandse bodem samenwerken.

Het zielige gezicht

Werkt de NSO, de vertegenwoordiger van de kleine tabakswinkeliers, ook met de tabaksindustrie samen? In de eerste vijf delen van deze serie werd duidelijk dat de spreekbuis van de kleine tabaksverkopers innig bevriend is met de supermarkten, hun grootste concurrent. Waarom zouden de belangen van de grootverkopers van tabak hun ter harte gaan? Dat zijn immers commercieel gezien hun grootste vijanden die heel veel klandizie bij hen wegtrekken. Er blijkt echter een onverwachte kongsi te zijn van de tabaksspeciaalzaken en de supermarkten. Plaats delict is postbus 262 te Leidschendam. Nu rijst de vraag welke rol de tabaksindustrie in dit verhaal speelt.

De tabaksmultinational beseft dat niemand een traan laat als zij getroffen wordt door antitabaksmaatregelen. Maar als de ploeterende tabakswinkeliers er de dupe van zijn, krijgt iedereen medelijden met ze. De voorzitter van de kleine tabakswinkeliers Jos Zuijdwijk zei niet voor niets bij de actie in Day to Go dat "tientallen winkeliers" failliet zullen gaan. Bladerend in het archief van NSO ontstaat de indruk dat de winkelier bewust naar voren is geschoven als het zielige gezicht van de tabaksindustrie.

In november 2009 schreef NSO-voorzitter Jos Zuijdwijk in zijn vaste column in Tabak & Gemak, de voorloper van Tabak2Day, een vak- annex reclameblad voor de tabakswinkeliers: "Contacten in zowel politiek Den Haag als Brussel hebben mij in de afgelopen jaren tot het besef doen komen, dat 'de politiek' veel meer affiniteit heeft met de kleine winkel om de hoek, dan met grote multinationale ondernemingen [...]" En: "Inzet van de NSO is zo'n omslag in denken te bereiken. Ik doe een beroep op alle partijen in de bedrijfskolom om zaken die ons allen raken ook gezamenlijk aan te pakken!"

Hans Hillen

Twee maanden later, in januari 2010, deed oud-minister van Defensie Hans Hillen het nog eens dunnetjes over. Hillen, toen nog CDA-senator die bijkluste als adviseur voor tabaksfirma British American Tobacco (BAT), deed in een interview in Bijpraten over tabak, het blad voor interne relaties van BAT, een oproep aan "de handel en de industrie" om de handen ineen te gaan slaan.
Hillen gaf een helder lobbyadvies, namelijk hoe belangrijk het is "dat de handel en industrie samenwerken en een duidelijke stem laten horen over zaken die er voor beide partijen toe doen". Het is voor politici ook veel "efficiënter", liet Hillen optekenen, als ze minder lobbyisten aan tafel krijgen - en ook de bedrijfstak heeft er voordeel van. Als industrie en handel tot "gezamenlijke standpunten kunnen komen, zal hun stem veel beter worden gehoord."

Maar hebben kleine tabakswinkeliers dan niet dezelfde belangen als de industrie, namelijk zoveel mogelijk tabak te verkopen? Nee hoor, zegt Frank Evers, eigenaar van een tabaksspeciaalzaak in Hillegom. "De sigarettenfirma's zijn verwikkeld in een prijzenoorlog die op de kleine winkeliers wordt afgewenteld." Hij legt uit: "Toen in maart 2011 de accijnzen op tabak fors omhoog gingen, besloot BAT dat de consument dit zo min mogelijk moest merken. In plaats van de prijs van een pakje sigaretten flink te verhogen, was BAT de eerste die de winstmarge voor ons winkeliers verlaagde. De andere fabrikanten konden niet achter blijven. En zo ontstond een prijzenslag over de rug van de winkeliers. A-merken werden gedegradeerd tot C-merken. Gauloises bijvoorbeeld, ooit een merk van statuur, werd goedkoper en daarmee verdienen de winkeliers ook minder."
Voor een supermarkt is dat niet heel erg. Tabak is daar één van de vele producten en ook bedoeld als een "traffic product" om een roker die sigaretten komt kopen, te verleiden andere spullen te kopen, zie dit onderzoek. Maar een kleine tabakswinkelier die het van tabak moet hebben, voelt het wél in zijn portemonnee.

Machtige tegenstander

Evers: "De industrie is dus een machtige tegenstander van ons." In het voorjaar van 2011 werd de Hillegomse winkelier landelijk bekend toen hij het opnam tegen die machtige industrie en de website WezijndeBATzat, oprichtte waarbij BAT voor British American Tobacco staat. "Ik ben blij dat ik niet meer rook, want ik gun die industrie nog geen dubbeltje van mijn geld."

BAT sommeerde Evers via advocatenkantoor Stibbe de website meteen uit de lucht te halen, anders volgde een kort geding. Zijn belangenvereniging NSO liet weten aan zijn kant te staan. Maar in 2013 is de vlag heel anders gaan waaien. In een dubbelinterview in Vrij Nederland spraken zowel voorzitter Zuijdwijk als zijn kompaan Janwillem Burgering, directeur van het Bureau voor de Tabaksdetailhandel bv., over "onze vrienden van de tabaksindustrie" en "gedeelde belangen".

Uit interne stukken van het ministerie van Volksgezondheid die met hulp van de Wet openbaarheid van bestuur openbaar zijn gemaakt, blijkt dat de NSO en de fabrikanten eensgezind optrekken tegen maatregelen die vooral de tabaksindustrie treffen. Daarover schrijven ze samen brieven en vergaderen ze eensgezind op de ministeries van Financiën en Volksgezondheid.

Wat doet de voorman bij de topambtenaar?

We schrijven 30 januari 2013. Door de gangen van het ministerie van Volksgezondheid struint een gezelschap, op weg naar de kamer van directeur-generaal Paul Huijts, de eindverantwoordelijke voor het tabaksbeleid op dit ministerie. Vijf mannen en een vrouw uit de tabakswereld zijn uitgenodigd om hun mening te geven over de antirookmaatregelen die in Brussel gestalte krijgen. De tabaksindustrie heeft zwaar geschut ingezet: Willem Jan Roelofs van de Stichting Sigarettenindustrie, Robert Wassenaar van Philip Morris Benelux, Marcel Crijnen namens de Nederlandse Vereniging voor de Sigarenindustrie, Manuela van Kessel van de Vereniging Nederlandse Kerftabakindustrie, Hubert van Breemen, namens VNO-NCW/MKB Nederland – en Janwillem Burgering die namens de kleine tabakswinkeliers komt, dus namens hun belangenvereniging de NSO.

Wat doet voorman Burgering die dag samen met zijn "machtige tegenstander", om tabakswinkelier Evers te citeren, bij de topambtenaar? Is hij meegekomen om het voor de tabaksspeciaalzaak op te nemen? Dat blijkt in elk geval niet uit de notulen. Daarin staat dat het gezelschap, bondig samengevat tot "de industrie", vertelt dat de antirookmaatregelen in Brussel niet deugen. Dat er teveel door de EU wordt beslist. Dat het verbieden van mentholsigaretten "een grote impact heeft op de Europese markt". De gezondheidswaarschuwingen op de verpakkingen zijn een slecht idee. Zo "wordt de ruimte om merkonderscheid te maken steeds kleiner" en deze zijn "een inbreuk op het merkenrecht".

Wat hebben de tabaks- en gemakswinkels met een inbreuk op het merkenrecht te maken? En met problemen dat het onderscheid tussen merken moeilijker te maken is? Dat zijn problemen van de tabaksindustrie. "Als voorman van de tabakswinkeliers had Burgering moeten zeggen dat zijn achterban steeds meer omzet aan de supermarkt verliest, dat dit in het belang van de industrie is en dat zijn achterban er baat bij heeft dat tabak niet meer door de supermarkten wordt verkocht", zegt Evers.

Geld van de industrie

Dat NSO, de spreekbuis van de kleine tabakswinkelier, ook de belangen van de tabaksindustrie behartigt, wordt minder vreemd als blijkt dat ze geld van de tabaksfirma's ontvangen. Niet alleen van de Stichting Sigarettenindustrie die meebetaalde aan de eerder genoemde actie in tabakszaak Day to Go, maar ook via de nieuwste loot in de collectie stichtingen van de NSO: de op 8 februari 2012 opgerichte stichting Fonds Samenwerking Industrie & Tabaksspeciaalzaken (FSIT), die ook gebruik maakt van de bekende postbus 262 te Leidschendam. De NSO zelf is de voorzitter van deze stichting. De andere bestuursleden zijn British American Tobacco Nederland, Philip Morris Benelux, Van Nelle Tabak Nederland (onderdeel van Imperial Tobacco) en JT International Company Netherlands.

Robert Wassenaar, directeur Corporate Affairs van Philip Morris Benelux zei over deze stichting in Tabak2Day van januari 2013: "Gezamenlijk financieren we projecten die belangrijk zijn voor de tabaksdetailhandel. Zo trekken we samen op als het gaat om accijns, winkelveiligheid, enzovoort."

Uit het vorige deel van deze serie bleek al dat voorzitter Zuijdwijk en zijn maat Burgering zich suf vergaderen in stichtingen en allerlei besturen. Nu weten we dat ze ook op ministeries, samen met de tabaksfabrikanten, met ambtenaren overleggen. Alles wat de voorlieden van de kleine tabakswinkelier doen, heeft maar één resultaat: de tabaksspeciaalzaak sterft in snel tempo uit, zo blijkt uit onderzoek. Jaar in jaar uit gaan de supermarkten meer sigaretten verkopen, zie dit overzicht.

Hoe ver reikt de invloed van de tabaksindustrie in de vereniging van de tabakswinkeliers? Dat leest u in deel 7 en 8, binnenkort op deze site.

De NSO wil niet meewerken aan deze serie en levert daarom geen commentaar.
Eerdere delen lezen? Deel 1. Deel 2. Deel 3. Deel 4. Deel 5. Latere delen lezen? Deel 7. Deel 8. Deel 9. Deel 10. Deel 11.

Op de hoogte blijven van nieuwe afleveringen van deze serie en ander nieuws? Meldt u dan aan voor de nieuwsbrief. Dat kan in de rechterkolom van deze pagina of via de homepage.