line

Vlissingen en Veere: "Wij overtreden FCTC niet"

maandag 25 augustus 2014

De verantwoordelijke wethouders van de gemeenten Vlissingen en Veere vinden niet dat hun gemeenten het WHO FCTC-verdrag schenden door samen te werken met de tabaksfabrikant Japan Tobacco International (JTI). Eerder stelde TabakNee in een artikel het tegendeel vast.

Door onze webredactie

In het artikel werd vastgesteld dat de gemeenten Den Helder, Zandvoort, Noordwijk, Vlissingen en Veere de Framework Convention on Tobacco Control (FCTC), het internationale tabaksontmoedigingsverdrag van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), overtreden door samen te werken met JTI bij het schoonhouden van stranden.

JTI is de initiatiefnemer en financier van de campagne 'Laat je peuk niet alleen', waarin samen met NederlandSchoon, de gemeenten en lokale partijen rokers worden aangemoedigd hun peuken netjes op te ruimen. Artikel 5.3 van het FCTC-verdrag bepaalt echter dat de verdragspartners, inclusief lokale overheden, zich verre moeten houden van elke vorm van samenwerking met de tabaksindustrie.

"De samenwerking van de gemeente, NederlandSchoon en JTI gaat mijn inziens niet in tegen de bepalingen in het internationale tabaksontmoedigingsverdrag", stelt wethouder Albert Vader van Vlissingen, die onder meer Welzijn en Volksgezondheid in zijn portefeuille heeft.

"De naam van tabaksproducent JTI wordt vermeld, maar niet de naam van een tabaksproduct. Bovendien wordt de naam van de tabaksproducent gebruikt voor andere producten en diensten, namelijk in het kader van de opruiming van zwerfafval en in een duidelijk andere presentatievorm dan die waarin hij voor het tabaksproduct wordt gebruikt, namelijk afvalzakjes en afvalbakken.

"Als wethouder Volksgezondheid vind ik het belangrijk om alle vormen van zwerfafval tegen te gaan. Sigarettenpeuken vormen daarin een groot aandeel. Op de stranden is het resultaat van de campagne 'Laat je peuk niet alleen' merkbaar. Er liggen veel minder sigarettenpeuken. In die zin ben ik tevreden over de samenwerking en over het feit dat JTI wil bijdragen aan het voorkomen van afval."

Veere

Vaders collega in Veere, wethouder Jaap Melse (Ruimtelijke ordening, Economische Zaken, Openbare werken, Mobiliteit, Verkeer) vindt ook dat zijn gemeente niets te verwijten valt. "Met de gemeente Zandvoort ben ik van mening dat het internationale verdrag niet wordt geschonden", stelt hij onder verwijzing naar de kwalificatie van die gemeente van het verdrag. Zandvoort meldde daarover eerder: "Dat is bedoeld om te voorkomen dat er nadrukkelijk reclame gemaakt wordt voor rookproducten, en niet zozeer dat er medewerking wordt verleend aan campagnes die de vervuiling tegengaan, dan wel de burger ertoe te bewegen om rookafval niet weg te gooien"

Melse zegt verder: "Bij dit project hebben we nauw samengewerkt met de Stichting Strandexploitatie Veere, de gemeente Vlissingen en NederlandSchoon. De gemeente Veere is een toeristische gemeente met 32 kilometer strand en ik hecht zeer aan het predikaat 'schoonste strand'.

"In Nederland is roken niet verboden. Op onze stranden wordt ook gerookt en de peuken worden weggegooid. Ik vind peuken in het zand niet gewenst, want er spelen ook kinderen en vogels zien peuken mogelijk aan voor voedsel. Ik sta op het standpunt dat 'de vervuiler betaalt' en de gemeente is dan ook – samen met bovengenoemde partijen – in zee gegaan met de betreffende tabaksfabrikant JTI, die asbakken e.d. ter beschikking heeft gesteld. De tabaksfabrikant gooit de peuken niet zelf weg, maar draagt op deze wijze wel bij aan onze schone stranden.

"Ik probeer op een efficiënte en effectieve manier onze doelstelling te halen en onze stranden zo schoon mogelijk te houden."

Invloed

Beide wethouders gaan voorbij aan de bedoeling van artikel 5.3 van het FCTC-verdrag, dat stelt dat partijen de tabaksindustrie geen ruimte moeten geven om invloed uit te kunnen oefenen op het tabaksontmoedigingsbeleid. Elke vorm van samenwerking moet om die reden worden vermeden.

Naar verwachting zal staatssecretaris Van Rijn (Volksgezondheid) nog deze week met antwoorden komen op vragen die de PvdA-Kamerleden Manon Fokke en Marith Rebel half juli stelden over deze zaak.