Pensioenfondsen investeren miljarden in tabaksaandelen
donderdag 17 oktober 2013
Nederlandse pensioenfondsen, zoals ABP en het metaalfonds PMT, hebben drie tot vier miljard euro belegd in tabaksbedrijven en zijn niet van plan hun tabaksaandelen te verkopen. ABP en PMT sluiten alleen bommen- en granatenfirma's uit. APB lapt daarmee als fonds voor overheidspersoneel richtlijnen van de WHO aan zijn laars.
Door Broer Scholtens
De top-25 Nederlandse pensioenfondsen beheren gezamenlijk een vermogen van naar schatting zevenhonderd miljard euro. Slechts drie van die fondsen hebben tabaksaandelen om principiële redenen de deur uit gedaan. Het zijn drie zorggerelateerde fondsen: pensioenfonds Zorg en Welzijn (PFZW) en de fondsen PMS voor medische specialisten en de SPH voor huisartsen. Hiermee hebben we het wel gehad wat principiële fondsen betreft.
Uit een rondgang langs de grote pensioenfondsen blijkt dat er weinig animo is om het PMS, SPH en het PFZW te volgen. Stoppen met tabaksbeleggingen betekent vermogensverlies. Beleggen in tabak is de afgelopen jaren zeer lucratief geweest. Het is een principiële beslissing om te stoppen met tabak, die haaks staat op het vereiste rendementsdoel. Er zijn, blijkt uit die rondgang, maar weinig fondsen die zover willen gaan. Klik hier voor een kort overzicht.
De meeste fondsen, waaronder het grootste pensioenfonds in Nederland ABP, hebben geen probleem met investeren in tabak. Tabak staat niet op onze agenda, laat het ABP weten. Een vreemde zaak omdat het ABP als pensioenfonds voor overheidspersoneel zich zou moeten houden aan de richtlijnen die zijn geformuleerd in het WHO Framework Convention on Tobacco Control (FCTC) en die tabaksinvesteringen uitsluiten voor overheidsinstanties en aan de overheid gelieerde instituten.
Het grote metaalfonds, PMT, is zich van geen kwaad bewust. 'Over het stoppen met tabaksaandelen praten we niet´, aldus het PMT. Ze zijn niet geïnteresseerd in tabak: beide fondsen komen, ondanks herhaalde verzoeken, pas na een maand met antwoorden op enkele simpele vragen.
Er is met enig nattevingerwerk een schatting te maken over hoeveel pensioenfondsen in de tabakssector beleggen. De drie fondsen in de top-25 die NEE zeggen tegen tabaksaandelen zijn goed voor een vijfde van het totale pensioenvermogen. Als de resterende fondsen eenzelfde percentage investeren als indertijd het PFZW en het PMS - ongeveer 0,5 – 0,7 procent - dan beleggen die 22 fondsen drie tot vier miljard euro in tabaksaandelen en obligaties waarop ze een directe invloed hebben.
ABP
Het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds (ABP) heeft 2,8 miljoen deelnemers en een belegd vermogen van 281 miljard euro. Op het uitsluitingslijstje van ABP staan alleen 'bommen- en granatenfirma's´. ABP huldigt het principe dat eerst met bedrijven wordt gesproken voordat die, mochten ze niet te vermurwen zijn, op de uitsluitingslijst komen. In het ABP Verslag Verantwoord Beleggen 2012 staat een lange lijst van bedrijven waarmee is gesproken over verschillende onderwerpen als klimaat, mensenrechten en arbeidsvoorwaarden. Tabak is in 2012 geen gespreksonderwerp geweest. Het woord tabak komt niet in het verslag voor.
ABP is een grote tabaksbelegger. Eind 2012 had het fonds meer dan 1 miljard euro belegd in tabaksbedrijven. Het fonds wil er niet van af. Het antwoord op de vraag waar een pensioenfonds in zou mogen beleggen, verschilt van persoon tot persoon, laat woordvoerder Thijs Steger weten. 'De één vindt tabaksfabrikanten bijvoorbeeld not done, terwijl de ander daar misschien weer geen problemen mee heeft en liever geen beleggingen in autofabrikanten ziet. Onze criteria sluiten tabaksfabrikanten niet uit van beleggingen.'
ABP lapt hiermee de richtlijnen van de anti-tabaksconventie van de WHO (FCTC) aan zijn laars. In artikel 4.7 van de richtlijnen voor implementatie van artikel 5.3 FCTC staat dat overheidsinstanties en daaraan gelieerde instituties geen financiële belangen moeten hebben in tabak. Artikel 7.2 meldt dit opnieuw. Het Noorse overheidspensioenfonds (Government Pension Fund Global) heeft deze richtlijn ter harte genomen en belegt sinds 2010 niet meer in tabak. Ook in Nieuw-Zeeland en Australië beleggen overheidspensioenfondsen niet meer in tabak.
PMT
Het Pensioenfonds Metaal & Techniek (PMT), het derde pensioenfonds in Nederland, heeft bijna 1,3 miljoen deelnemers en een belegd vermogen van 47 miljard euro. Ook bij dit fonds hebben alleen clusterbommen- en bermbommenfirma's het nakijken, conform investeringsprincipes van de Verenigde Naties (VN), zo meldt het fonds. Deze UN Global Impact principes gaan over mensenrechten, milieu en werkomstandigheden. Gezondheid komt er niet in voor. Tabak is bij de VN niet in beeld. Tabaksbedrijven voldoen aan de criteria van de VN, laat het metaalfonds weten. In het jaarverslag Maatschappelijk Verantwoord Beleggen 2012 van het PMT komt het woord tabak daarom niet voor. Tijdens aandeelhoudingsvergaderingen, vaak getrapt via beleggingsfondsen, wordt er aandacht besteed aan tabaksbeleggingen, laat het PMT weten. Die aandacht beperkt zich echter tot mooie volzinnen in ellenlange 'tobacco related proposals´- teksten volgestouwd met platitudes en opendeuren.
PMT lijkt zich van geen foute tabak bewust. Ook dit fonds doet er weken over voordat het vragen beantwoordt. In de lange lijst van bedrijven, totaal 68 A4-velletjes, waarin het metaalfonds belegt, staan vier tabaksfirma's waaronder BAT en Philip Morris. Om hoeveel geld het gaat, is niet te achterhalen. Vragen hierover beantwoordt het fonds niet omdat antwoorden 'beursgevoelig´ zouden zijn. Het is echter meer een keuze: zorgfonds PFZW en het ABP melden op hun website wel hoeveel waarin is belegd. Van een principieel 'nee´ tegen tabaksaandelen is bij PMT geen sprake, in de verste verte niet. 'Er wordt niet gepraat met de tabaksindustrie en momenteel hebben we geen intenties om de tabaksindustrie toe te voegen aan ons uitsluitingsbeleid´, laat woordvoerder Annemieke Biesheuvel weten.
Knuppel in het hoederhok
Tabak is sinds kort een issue in pensioenland. In 2012 gooiden twee longartsen van het Rode Kruis Ziekenhuis in Beverwijk, Pauline Dekker en Wanda de Kanter, de knuppel in het hoenderhoek, in eerste instantie in eigen kring tijdens discussies. In mei vorig jaar formuleerde De Kanter in haar Blog op Artsennet enkele eisen richting haar eigen pensioenfonds PMS, dat op dat moment nog belegde in tabaksaandelen. Vertragende teksten van het PMS als 'we praten er over maar tabaksbeleggingen hebben op dit moment geen prioriteit´ waren bij haar in het verkeerde keelgat geschoten. De Kanter in haar weblog: 'Artsen mogen twee zaken van hun pensioenfonds verwachten: dat zij op een zo veilig en efficiënt mogelijke wijze beleggen en dat geld op een maatschappelijk aanvaardbare wijze worden belegd. Tabaksgebruik is het belangrijkste vermijdbare gezondheidsrisico en het is onze ogen dan ook volstrekt onacceptabel dat pensioengelden van medisch specialisten in de tabaksindustrie worden belegd. Het aantal doden ten gevolge van tabak overstijgt verre dat van clusterbommen, waarin niet mag worden belegd.´
De Kanters knuppel trof doel: pensioenvermogen in tabak werd een maatschappelijk issue. Zo werden er eind mei vorig jaar Kamervragen gesteld over een aandelenpakket van het huisartsenpensioenfonds SPH in British American Tobacco (BAT), naar aanleiding van een artikel in Het Financieele Dagblad (FD) daarover. Of de minister daar niet wat aan kon doen, per slot van rekening 'schaden deze financiële banden met de tabaksindustrie de geloofwaardigheid van huisartsen als bestrijders van tabaksgebruik', vroegen twee PvdA-kamerleden zich af. Minister Edith Schippers van Volksgezondheid, uit een liberaal nest, kon niets met de vragen. Pensioenfondsen moeten hun eigen boontjes doppen, ik ga niet over de manier van beleggen, antwoordde ze.
Op de kaart gezet
Het onderwerp tabaksaandelen en maatschappelijke verantwoordelijkheid was echter op de kaart gezet. Binnen het specialistenpensioenfonds, met meer dan vijftienduizend deelnemers, laaide de discussie vorig jaar op. Eind december besloot het PMS-bestuur, onder druk van haar leden, niet langer meer in tabak te beleggen, omdat dit niet strookt met de eigen doelstellingen waarin gezondheid de boventoon voert. Het uitsluitingslijstje van het Pensioenfonds voor Medisch Specialisten (PMS) was erg kort. Tot eind vorig jaar stond er slechts één bedrijfstak op waarin niet mocht worden belegd: bedrijven die clustermunitie, landmijnen en kernwapens produceren. Aan dit lijstje, met bedrijven die maatschappelijk niet deugen en voor gezondheidsschade zorgen, is nu een tweede bedrijfstak toegevoegd: de tabaksindustrie.
In het eerste kwartaal van 2013 zijn tabaksaandelen verkocht. F&C Investements, een gespecialiseerd adviesbureau in maatschappelijk verantwoorde beleggingen, stelde een lijst met tabaksbedrijven op waarin niet meer mocht worden belegd, zegt Marcel Roberts, beleggingsverantwoordelijke bij het PMS. Het is via dit bedrijf dat pensioenfondsen invloed kunnen uitoefenen op bedrijven waarin ze beleggen. 'Bestaande beleggingen in tabaksbedrijven zijn verkocht. Ons belegd pensioenvermogen bedraagt totaal zeven miljard euro. De afgelopen maanden hebben onze accountmanagers voor vijftig miljoen euro aan tabaksaandelen en tabaksobligaties verkocht, ongeveer 0,7 procent van het totale vermogen.´
Het gaat hierbij onder meer om aandelen British American Tobacco (BAT) en Imperial Tobacco. BAT is onder meer producent van sigarettenmerken als Pall Mall, Lucky Strike en Peter Stuyvesant. Imperial Tobacco is de maker van shag van Van Nelle en Drum en van sigaretten als Gauloises.
'Lastige relatie' met tabaksaandelen
Het pensioenfonds Zorg en Welzijn (PFZW) is, met 2,5 miljoen (oud-)werknemers en een belegd vermogen van 130 miljard euro, het tweede pensioenfonds in Nederland. Binnen PFZW heeft zich het afgelopen jaar een vergelijkbare discussie voorgedaan over maatschappelijk fatsoen. Clusterbommen zijn dodelijk maar sigaretten ook. Zeker mensen die werk(t)en in de zorg zouden daar niet in moeten beleggen, zo was de leidraad in deze discussies. Zorg- en welzijnfonds PFZW omschrijft het verhullender en heeft het over een 'lastige relatie´ met tabaksaandelen. De discussie binnen het PFZW is niet zonder slag of stoot gegaan. Het fonds verdedigde zich in het verleden vaak met de weinig principiële dooddoener dat 'roken een individuele keuze is´.
KWF Kankerbestrijding, dat haar pensioengelden heeft gestald bij het PFZW, heeft dit fonds op een gezonder spoor gezet. Toen in september vorig jaar duidelijk was geworden dat het PFZW in tabak belegde, zijn op er op verzoek van KWF gesprekken gevoerd. Het fonds had eind vorig jaar 550 miljoen euro (ongeveer 0,4 procent van het totale vermogen) belegd in tabaksaandelen- en obligaties van grote multinationals als de Amerikaanse Altria Groep (Philip Morris, producent van onder andere Marlboro), BAT en het Britse Imperial Tobacco.
De discussies verliepen in eerste instantie stroef. 'Volgens het PFZW is de tabaksindustrie een legale bedrijfstak en dus mag je daarin beleggen´, zegt Fleur van Bladeren van KWF. 'We hebben ze toen informatie gegeven over de praktijken van de tabaksindustrie waaruit bijvoorbeeld blijkt dat ze zich in reclames met name richten op kinderen en dat ze stoffen in hun sigaretten stoppen die verslaving in de hand werken. Deze informatie heeft het fonds over de streep getrokken.´
Het PFZW heeft eerst geprobeerd de tabaksindustrie op andere ideeën te brengen. Er is onder meer met bedrijven gepraat over hun bezwaarlijke marketing- en verkooptechnieken om jongeren te paaien. Ook is gesproken over kinderarbeid en arbeidsomstandigheden bij de productie van tabak. Het leverde niets op. De tabaksbedrijven hebben de zorgen van het PFZW niet weg kunnen nemen waarna begin juli dit jaar besloten is om niet meer in ze te beleggen. KWF reageerde enthousiast en twitterde op 1 juli, 's morgens vroeg, even na zessen: 'KWF feliciteert PFZW met het uitsluiten van tabaksindustrie in haar beleggingsbeleid. Wie volgt?´
In een toelichting zegt Van Bladeren: 'Een pensioenfonds waarvan de deelnemers zich hard maken voor de volksgezondheid en niet-roken, behoort niet te beleggen in de grootste veroorzaker van ziekte en sterfte, de tabaksindustrie.´
Kamervragen
Het vermogen van het PFZW wordt beheerd door uitvoeringsorganisatie PGGM in Zeist dat ook andere (kleinere) fondsen beheert zoals het Pensioenfonds voor Architectenbureaus, Pensioenfonds Particuliere Beveiliging en het Pensioenfonds ENEA van zelfstandige kunstenaars, als schrijvers, acteurs, en componisten. Ook het kapitaal van deze fondsen is niet meer belegd in tabak, laat PGGM weten.
PGGM beheert ook het vermogen van de Stichting Pensioenfonds Huisartsen (SPH). Het fonds heeft meer dan zeventienduizend deelnemers en een vermogen van 8,2 miljard euro. Het fonds kwam vorig jaar in het nieuws toen bleek dat het belegde in aandelen en obligaties van tabaksbedrijven als BAT. Het nieuws resulteerde in Kamervragen. In eerste instantie reageerde de SPH afhoudend en verdedigde zich in een persverklaring met de smoes dat zijn beleggingsbeleid is uitbesteed aan een externe vermogensbeheerder en dat gezondheid geen rol speelde in beleggingen in bijvoorbeeld tabaks- of alcoholbedrijven.
In de loop van vorig jaar is het tij intern echter gekeerd, vermoedelijk geïnspireerd door de discussie binnen het specialistenfonds PMS. 'In oktober vorig jaar heeft ons bestuur besloten tabaksaandelen uit te sluiten,' zegt Theo Meister, directeur van het bestuursbureau van SPH in Driebergen. Sinds begin dit jaar wordt dezelfde uitsluitingslijst gehanteerd als het PGGM en het PFZW met daarop een tachtigtal tabaksfabrikanten. Die hebben zich genesteld tussen de wapenindustrie, zes bedrijven die clustermunitie produceren zoals het Amerikaanse Lockheed Martin en het Roemeense Aerotech en een landmijnmaker uit Singapore.
Of nog meer pensioenfondsen hun goede voorbeeld zullen volgen?
Fleur van Bladeren van KWF Kankerbestrijding heeft daar geen aanwijzingen voor. 'Er zijn nog geen gesprekken gevoerd met andere pensioenfondsen. We hadden gehoopt dat anderen zouden volgen, dat is helaas niet gebeurd. We gaan hier nu mee aan de slag.´