line
rivm bepleit alternatieve meetmethode gif in tabak-1

Herziening TPD: RIVM bepleit alternatieve meetmethode gif in tabak

maandag 15 april 2024

Uit openbaar gemaakte documenten blijkt dat het RIVM een alternatieve methode bepleit voor het vaststellen van gifstoffen in sigaretten om af te komen van het ‘misleidende gebruik van TNCO-waarden’. Ook blijkt nu dat de tabaksindustrie is uitgenodigd haar visie te geven op de herziening van de tabaksproductenrichtlijn.

Door de webredactie

Voor de herziening van de Europese Tabaksproductenrichtlijn (TPD) adviseert het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) de ISO-methode voor meting van teer, nicotine en koolmonoxide (TNCO) te vervangen door de WHO Intense-methode. Tegelijk pleit het instituut voor een alternatieve methode voor het beoordelen van de giftige uitstoot van sigaretten, namelijk door voor negen gifstoffen maximumniveaus per mg nicotine vast te stellen. Het doel daarvan “is om de interpretatie van de metingen te verleggen van de hoeveelheid rook die per sigaret wordt gegenereerd en van het misleidende gebruik van TNCO-waarden als maat voor de menselijke blootstelling en risico’s.”

De aanbevelingen staan te lezen in vorige week gepubliceerde documenten na een beroep op de Wet open overheid (Woo). Het verzoek door een onbekende partij betreft de Nederlandse inbreng voor de TPD en de Tabaksreclamerichtlijn (TAD). In juli 2023 verzamelde de organisatie Open Evidence in Barcelona in opdracht van de Europese Commissie (EC) de inbreng van de 27 lidstaten. Daarvoor zijn vragenformulieren rondgestuurd en interviews gehouden. Eerder was door Open Evidence ook een publieke internetconsultatie georganiseerd.

Werking TPD eerder al geëvalueerd

Zowel de publieke reacties als de inbreng vanuit de lidstaten volgt op de evaluatie van de toepassing van de TPD die de Europese Commissie in 2021 publiceerde. Die beoordeling van de werking en de effecten van de richtlijn werd uitgevoerd door Europese adviesbureaus ICF en RAND Europe, waarbij vanuit Nederland het onderzoeksbureau IVO een adviesrol had. Andere adviseurs waren destijds verbonden aan Kings College London, SICABO Ltd. en BlueLink. Destijds reageerde Rob Giebels op TabakNee verbaasd dat de Commissie nog geen aanleiding zag voor aanpassing van de TNCO-meetmethode.

Meer advies van het RIVM

Behalve de genoemde adviezen over de meting van gifstoffen in sigaretten, gaf het RIVM een lange lijst met andere aanbevelingen. Daaronder het advies om in de regelgeving geen onderscheid meer te maken tussen tabaksproducten en ‘rookloze’ producten en ook regels op te nemen voor alle andere nicotineproducten, -accessoires en -surrogaten. Ook beveelt het instituut aan alle niet-tabakssmaken in nicotineproducten te verbieden, gezondheidswaarschuwingen op e-sigaretten verplicht te stellen, QR-codes op te nemen die verwijzen naar stophulp en paal en perk te stellen aan de aantrekkelijkheid van nicotineproducten. Verder adviseert het RIVM verschillende definities te herzien en nadere regels te stellen aan de manier waarop fabrikanten moeten rapporteren over de inhoud van hun producten.

Aanbevelingen vanuit handhaving

Ook de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) gaf input over punten waar de dienst bij de handhaving van de richtlijnen tegenaan loopt. Zo zorgt de omschrijving ‘producten beschikbaar maken voor consumenten’ tot discussie met groothandels die louter aan retailers leveren en zich daarom niet aan de wetgeving zouden hoeven te houden. De NVWA ziet ook graag dat nicotinezakjes in de TPD worden opgenomen. Zij ziet ook dat snus (zakjes met tabak), die verboden is in de gehele EU behalve Zweden, in Nederland wordt aangeboden als kauwtabak, die niet verboden is. Voor de handhaving is het lastig om te bepalen wat snus en wat kauwtabak is. De NVWA constateert verder dat e-sigaretten zonder nicotine en andere nicotineproducten nu nog niet zijn gereguleerd en dat de regelgeving over smaakstoffen lastig te handhaven is en vergemakkelijkt zou worden door een lijst op te stellen met de additieven die nog wel worden toegestaan.

Verbod op nicotinezakjes

Wat van deze aanbevelingen uiteindelijk door het ministerie van VWS is overgenomen in de antwoorden aan Open Evidence wordt niet duidelijk uit de geopenbaarde documenten. Ook het rapport dat Open Evidence op basis van alle input heeft gemaakt is nog onbekend, al berichtte Politico in januari over de als ‘vertrouwelijk’ geclassificeerde samenvatting van het onderzoek. Daarin zou de aanbeveling staan om nicotinezakjes in de gehele EU te verbieden. In oktober 2023 sloeg de Zweedse Europarlementariër Charlie Weimers, van de Europese Conservatieven en Hervormers (ECR), daar alarm over op X/Twitter, toen het geheime rapport dat aan de lidstaten was gestuurd hem onder ogen was gekomen. Weimers riep toen de Zweedse regering op tegen dit voornemen in verzet te komen.

Ook input vanuit de tabaksindustrie

Uit enig nader onderzoek blijkt overigens dat Open Evidence bij het volbrengen van deze opdracht ook de nicotine-industrie actief heeft benaderd om haar visie op de zaak te geven. Zo kreeg de European Tobacco Harm Reduction Advocates (ETHRA), een Europees verband van belangenverenigingen van e-sigaretgebruikers waaronder de Nederlandse Acvoda, de mogelijkheid om een vragenformulier in te vullen. Deze organisatie pleit juist voor een onderscheid tussen traditionele tabaksproducten en de alternatieven, die als ‘minder schadelijk’ worden gezien.

Tobacco Europe, de Europese lobbyclub van tabaksproducenten British American Tobacco, Japan Tobacco International en Imperial Tobacco, blijkt daarnaast door Open Evidence te zijn uitgenodigd om deel te nemen aan een workshop in het najaar van 2023. Op de eigen website schrijft Tobacco Europe: “Voor zover wij begrijpen zal het hoofddoel van deze workshop zijn om zich te concentreren op de resultaten van de activiteiten van de stakeholderconsultatie.”

Invloed industrie blijft onduidelijk

Recent liet de Europese Ombudsman Emily O’Reilly zich opnieuw kritisch uit over de invloed van de tabaksindustrie op beleidsvorming, die de Europese Commissie nog steeds toelaat. Zij stelde in een artikel dat verschillende departementen van de EC geen regels hebben voor en niet rapporteren over contacten met de tabaksindustrie. Zij schreef dat het Directoraat-Generaal SANTE, dat over de TPD gaat, zich wel aan de regels houdt voor de omgang met de tabaksindustrie zoals vastgelegd in het Kaderverdrag inzake tabaksontmoediging (FCTC) van de WHO. Uit het bovenstaande blijkt dat de industrie via Open Evidence toch invloed op de besluitvorming lijkt te hebben. Het is onduidelijk of het rapport van Open Evidence uiteindelijk openbaar wordt. Alleen dan kan zichtbaar worden hoe groot die invloed is geweest.

tags:  Ombudsman | FCTC-verdrag | tabaksindustrie | nvwa | snus | handhaving | RIVM | ISO-methode | tnco | WHO Intense | Europese Commissie | tabaksproductenrichtlijn