line
kwalijk dat tabaksindustrie investeert in farma-1

Staatssecretaris Van Ooijen: ‘Zeer kwalijk dat tabaksindustrie investeert in farma’

maandag 21 augustus 2023

In de beantwoording van Kamervragen van VVD-lid Heerema over investeringen van tabaksfabrikanten in de farmaceutische industrie, noemt staatssecretaris Van Ooijen dat een ‘zeer kwalijke ontwikkeling’. Hij stelt dat het niet in de haak is dat de industrie twee keer aan mensen verdient: eerst door ze ziek te maken en dan met medicijnen tegen die ziekten. Maar regelgeving blijft uit.

Door de webredactie

Toen Kamerlid Rudmer Heerema (VVD) een uitzending van Nieuwsuur en het NOS-bericht Nieuwe strategie tabaksfabrikanten: investeren in medicijnen voor rokers tegenkwam, klom hij in de pen en stelde Kamervragen aan Maarten van Ooijen (VWS, CU). In het bericht stond namelijk dat de tabaksindustrie miljarden in de farmaceutische sector investeert “voor een belangrijk deel in medicijnen en behandelingen die helpen bij aandoeningen als astma en COPD, veroorzaakt door roken.” Dat bleek uit onderzoek van The Investigative Desk voor het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde waarvoor 87 producten en medicijnen tegen het licht werden gehouden, waarvan de helft was bedoeld voor ziekten die vaak voorkomen onder rokers (longaandoeningen, hartaanvallen, diabetes).

De industrie stelt dat die investeringen nodig zijn “voor een ‘transformatie’ naar een verantwoordelijke en toekomstbestendige sector.” In het bericht staat ook dat longartsen zich zorgen maken over deze groeiende invloed van de industrie en dat de Nederlandse Vereniging van Artsen voor Longziekten en Tuberculose vindt dat het ministerie van Volksgezondheid met regelgeving moet komen: “Dit vraagt om een maatschappelijk debat, waar het ministerie zeker bij betrokken moet zijn.”

Kwalijk, zorgwekkend en ongeloofwaardig

Heerema wilde van de staatssecretaris weten of hij op de hoogte was van deze gang van zaken. Van Ooijen schrijft in antwoord op Heerema’s Kamervragen: “Ik vind het een zeer kwalijke ontwikkeling dat tabaksfabrikanten investeren in de farmaceutische industrie en zo twee keer verdienen aan de mensen die eerst ziek zijn geworden door het gebruik van hun schadelijke en verslavende producten.” Ook noemt Van Ooijen het “een zeer zorgwekkende ontwikkeling”. Hij vindt de tabaksfabrikanten “ongeloofwaardig in hun verhaal om te willen transformeren zolang deze industrie producten promoot en verkoopt die jonge mensen verslaafd maken.”

Geen extra regelgeving

Maar regelgeving waarin de industrie wordt verboden om te investeren in farmaceutische middelen ziet Van Ooijen niet zitten. “Ik wil niet in het voorschrijfbeleid van artsen treden. Ik juich het toe dat artsen elkaar hierover informeren en een standpunt innemen en alternatieven voor behandeling zoeken waar dat mogelijk is. Ik vind het dan ook belangrijk dat er internationaal zo veel mogelijk transparantie komt over welke tabaksfabrikant waarin investeert.”

Vragen over de sjoemelsigaret

Behalve de Kamervragen over investeringen van tabaksfabrikanten in de farmaceutische industrie, wilde Heerema ook van Van Ooijen weten wat de stand van zaken is betreffende de sjoemelsigaret. Na een uitspraak van het Europees Hof van Justitie in deze zaak, aangespannen door Rookpreventie Jeugd (RPJ), stelde de rechtbank Rotterdam RPJ in het gelijk: de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (NVWA) moet optreden tegen alle filtersigaretten.

Die filters bevatten gaatjes die zorgen dat metingen van deze tabaksproducten verdund worden zodat de hoeveelheid gifstoffen in de meting onder de wettelijke norm blijven. Rokers drukken de gaatjes (gedeeltelijk) dicht met hun lippen en vingers, waardoor zij veel meer gif binnenkrijgen dan wettelijk is toegestaan. Uit metingen met een methode waarin de gaatjes wél dichtzitten, blijkt dat tabaksfabrikanten de normen aan alle kanten overschrijden en er soms wel tot 17 keer meer aan maximaal toegestane gifstoffen in sigaretten wordt aangetroffen.

Wachten op uitspraak CBb

Staatssecretaris van Ooijen wil hiertegen optreden, maar is daarvoor afhankelijk van de Europese Unie, omdat onze nationale regelgeving hierover aansluit op wat er in de EU wordt beslist: daar wordt bepaald welke meetmethode moet worden toegepast om te bepalen of de fabrikanten de wet overtreden of niet. Zolang de methode waar de fabrikanten mee sjoemelen aangemerkt blijft als dé te gebruiken methode, kan hij niet ingrijpen en houden de fabrikanten zich technisch gezien aan de wet. RPJ stelt in de zaak die nu bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) in behandeling is dat de uitspraak van het Europese Hof juist wel de weg opent voor de nationale overheid om een alternatieve meetmethode in te voeren. 

Het wachten is nu op de uitspraak van het CBb over het al dan niet kunnen optreden van de NVWA tegen de sjoemelsigaret. “Ik hoop dat de uiteindelijke uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) meer juridisch houvast zal geven om tegen de ‘sjoemelsigaret’ op te kunnen treden”, schrijft Van Ooijen in antwoord op de vragen van Heerema. Het CBb zegt uiterlijk 7 november van dit jaar uitspraak te doen in deze zaak.

tags:  The Investigative Desk | farmaceutische industrie | NVALT | sjoemelsigaret | volksgezondheid | staatssecretaris | kamervragen | tabaksindustrie