line

PvdA: 'Verslavingsindustrieën moeten opdraaien voor de ellende die ze aanrichten'

zondag 26 juni 2016

OPINIE
De sport moet kunnen profiteren van de belastingopbrengst van gokken op sportuitslagen, stellen PvdA en VVD. Zo’n voorstel voor tabaksaccijns en -preventie werd pas nog afgekeurd. Toch lijkt de PvdA in het verlengde daarvan op een mooi wetsvoorstel af te koersen: laat bedrijven die verslavende producten op de markt zetten, zelf opdraaien voor de ellende die hun producten veroorzaken. Een prachtig plan.

Door Frits van Dam

Belasting die de overheid binnenkrijgt via gokken op sportwedstrijden moet een-op-een doorgesluisd worden naar de sport, vinden coalitiepartijen PvdA en VVD, zo blijkt uit het verslag van het Tweede Kamer-debat over de wijziging van de kansspelwetgeving van 23 juni. Ze redeneren als volgt: (1) zonder sportuitslagen is gokken niet mogelijk, (2) sportverenigingen zitten financieel in zwaar weer, (3) het is dan ook niet meer dan logisch dat de sporters een graantje meepikken uit de gokruif.

Het VVD-Tweede Kamerlid Jeroen van Wijngaarden formuleerde het zo: “De VVD wil samen met de PvdA dat zij (de sportverenigingen, red.) dan ook de vruchten gaan plukken van het gokken op die wedstrijden.” Pikant is dat de coalitie niet voorstelt om de opbrengsten van gokbelasting aan de opvang van gokverslaafden te besteden. Waarom wél de sporters helpen en níét de gokkers die het ongetwijfeld veel harder nodig hebben?

Er zit iets geks aan het feit dat de opbrengsten van kansspelbelasting specifiek worden aangewend voor sportverenigingen. Want nog geen jaar geleden werd een vergelijkbaar idee van Henk van Gerven (SP) afgeserveerd, toen hij voorstelde het specifieke gebruik van tabaksaccijns aan te wenden voor tabaksontmoediging. Volgens staatssecretaris Van Rijn is het niet mogelijk om belastinginkomsten van tevoren te reserveren voor bepaalde uitgaven, dat is onmogelijk met de huidige belastingsystematiek. En Hanke Bruins Slot (CDA) kreeg een vergelijkbare reactie van de staatssecretaris op haar idee om boetes voor het niet naleven van de leeftijdsgrens bij tabaksverkoop in een preventiefonds te stoppen. Juridisch niet mogelijk, was het antwoord: belastinggelden vloeien altijd naar de algemene middelen terug.

Verkiezingen in zicht

Maar met de verkiezingen in zicht loopt de coalitie zich nu plotseling warm voor het idee om de belastingopbrengst van het online gokken op sportwedstrijden terug te laten vloeien naar de sport. Dat maakt ze ongetwijfeld populair bij de miljoenen sportende kiezers. Dat dit niet kan volgens de huidige belastingwetgeving blijkt de coalitie gemakshalve te vergeten.
Gokverslaving is een ernstige ziekte, net als tabaksverslaving. Rokers en gokkers brengen flink wat geld in het laatje. Van de inkomsten van tabaksaccijns gaat verhoudingsgewijs een minimale hoeveelheid, en van gokbelasting al helemaal niets naar preventie en behandeling. Een fatsoenlijke overheid wil niet profiteren van zieke burgers, maar probeert te voorkomen dat ze ziek worden, en als ze eenmaal ziek zijn, ze zo goed mogelijk te helpen. Tabaks- en gokverslaafden brengen meer dan genoeg geld in het laatje (tabak alleen al levert 2 miljard euro op aan accijns) om daar middelen voor vrij te maken.

Maar de grootste verrassing tijdens bovengenoemd Kamerdebat kwam van de PvdA bij monde van Mei Li Vos. Zij stelde: “In de visie van de PvdA hebben mensen de vrijheid om te drinken, te gokken en te roken, maar de Staat mag en moet wijzen op de gevaren en er ook voor zorgen dat mensen die in de problemen komen, worden geholpen. Dit moet worden betaald van het geld van bedrijven die de problemen veroorzaken.”

We wachten vol spanning af wanneer de PvdA komt met een wetsvoorstel om de verslavingsindustrieën op te laten draaien voor de ellende die ze aanrichten. Ze kan daarbij een voorbeeld nemen aan de milieuwetgeving: daarin is vastgelegd dat de vervuiler betaalt.

Dit opiniestuk is op 5 juli 2016 geplaatst op de opiniepagina van Het Parool.

Correctie 6 juli 2016:
In tegenstelling tot wat in bovenstaand stuk werd vermeld, heeft de Tweede Kamer wel gedacht aan hulpverlening voor verslaafde gokkers. Op 5 juli is een amendement op de Wet op de kansspelen van PvdA-Kamerlid Mei Li Vos aangenomen waarin wordt geregeld dat er een landelijk loket kansspelen wordt opgericht, gefinancierd vanuit het verslavingsfonds. Onduidelijk is nog wel hoeveel geld hiervoor beschikbaar komt. Maar van groot belang is dat het verslavingsfonds gevuld wordt door de aanbieders van kansspelen. TabakNee denkt dat, nu er geen wettelijke belemmeringen zijn om de gokindustrie mee te laten betalen aan een verslavingsfonds, de weg open is voor een apart verslavingsfonds voor tabaksverslaafden, te vullen door de tabaksindustrie.

Update 9 juli 2016:
Tweede Kamerlid Mei Li Vos en haar VVD-collega Jeroen van Wijngaarden publiceerden vandaag in Het Parool een reactie op het opiniestuk van Frits van Dam, waarin zij wijzen op het hierboven in de correctie al genoemde amendement dat zijn indienden. Zij schrijven: 

Door de legalisering van kansspelen neemt het aantal spelers toe en dus ook het aantal probleemspelers. Zaak is hun goede zorg te bieden. Daarom hebben PvdA en VVD een amendement van SP-Kamerlid Nine Kooiman mede ondertekend. Dat amendement is aangenomen en zorgt ervoor dat er jaarlijks vier miljoen euro in een verslavingsfonds vloeit. Dit geld wordt opgebracht door de kansspelaanbieders. Het bedrag van vier miljoen is volgens de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie genoeg om de hoge ambities waar te maken die de Kamer koestert ten aanzien van het niveau van verslavingszorg. Er komt op aandringen van de PvdA ook een 24-uurs hulplijn voor gokverslaafden.

Update 10 juli 2016:
Frits van Dam reageerde op zijn beurt met een korte ingezonden brief, die helaas niet is geplaatst:

De vervuiler betaalt, dat geldt ook voor de tabaksindustrie en niet alleen voor de gokindustrie

Jeroen van Wijngaarden en Mei Li Vos hebben gelijk, in tegenstelling tot wat ik beweerde, heeft de Tweede Kamer wel degelijk gedacht aan hulpverlening voor verslaafde gokkers. Zij hebben voorgesteld dat stinkend rijke aanbieders van kansspelen niet minder vier miljoen euro in een verslavingsfonds moeten storten. Zij zullen daar niet wakker van liggen.
Mijn punt was een ander. Nog maar kortgeleden werd een motie van Henk van Gerven (SP) afgeserveerd waarin hij voorstelde om een klein deel van de tabaksaccijnzen te bestemmen voor de preventie en behandeling van tabaksverslaafden. De staatssecretaris, hierin gesteund door de PvdA en VVD, was hier toen tegen. Dat kon wettelijk helemaal niet, je kan wettelijk bepaalde belastinginkomsten, in dit geval tabaksaccijnzen, niet bestemmen voor een doel, in dit geval tabaksontmoediging. Maar wat blijkt, wat met tabaksontmoedinging niet kon, kan plotseling met gokpreventie wel. Dat is meten met twee maten en daar gaan de VVD en PvdA gemakshalve niet op in. En zo wordt de tabaksindustrie weer buiten schot gehouden.

Update 18 juli 2016:
Tweede Kamerlid Carla Dik-Faber (ChristenUnie) reageerde per mail ook op het opiniestuk van Frits van Dam. Zij schreef:

Geachte heer Van Dam,
Dank voor uw mail en het artikel. Ik heb het met belangstelling gelezen. Ook ik zou graag zien dat er veel meer geld wordt gestoken in preventie en behandeling van verslaving, o.a. tabaksverslaving. M.i. moet de tabaksindustrie daar zelf voor opdraaien. Het klopt inderdaad dat een heffing terug moet vloeien naar de algemene middelen, maar daarna heeft het kabinet wel degelijk de keuze om met geld uit de algemene middelen te investeren in het voorkomen en behandelen van verslaving. Ik zou graag zien dat dit kabinet daar meer werk van maakt, evenals de zorgverzekeraars.

 

tags:  Verslavingsfonds | politiek | preventie | PvdA | VVD | accijns