line
lobbyregister geeft inzicht-1

Lobbyregister bewindspersonen zal extra zicht op tabakslobby bieden

woensdag 26 januari 2022

OPINIE
Het kabinet geeft rond de zomer duidelijkheid over de invoering van een lobbyregister voor bewindspersonen en hoge ambtenaren. Dat bleek vorige week tijdens het debat over de regeringsverklaring uit antwoorden van premier Rutte op vragen van Volt-Kamerlid Laurens Dassen.

Door Bas van Lier

Deze zomer zal het kabinet laten weten hoe zij uitvoering gaat geven aan de wens van de Tweede Kamer om een verplicht lobbyregister in te stellen voor bewindspersonen en hoge ambtenaren. In zo’n register moeten ministers en de ambtelijke top hun ontmoetingen en gesprekken met lobbyisten bijhouden. Een motie van Laurens Dassen, fractievoorzitter van Volt, waarin zo’n register naar Iers voorbeeld wordt bepleit, werd op 17 november 2021 door de hele Kamer aangenomen, met uitzondering van de VVD en Groep Van Haga.

In het debat over de regeringsverklaring op 19 januari 2022 diende Dassen samen met Pieter Omtzigt een nieuwe motie in, om opnieuw aan te dringen op een snelle invoering van zo’n verplicht lobbyregister. In het debat noemde Dassen dat het “belangrijk dat transparant is hoe besluiten tot stand zijn gekomen.” Hij vroeg minister-president Rutte daarom hoe het kabinet om zal gaan met zijn door de Kamer aangenomen motie.

Rutte antwoordde hierop: “De eerder aangenomen motie-Dassen inzake het lobbyregister wordt betrokken bij het opstellen van een gedragscode voor bewindspersonen. Het initiatief daartoe ligt bij de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. De voorbereiding daarvan is in gang gezet. Naar verwachting zal zo rond aanstaande zomer de gedragscode gereed zijn. In dat kader zal dan ook verder worden gereageerd op de motie over het lobbyregister.”

Commotie rond Cora van Nieuwenhuizen

Het voorstel uit de Kamer om tot een lobbyregister voor bewindspersonen te komen, ontstond na de commotie rond demissionair minister van Infrastructuur en Waterstaat Cora van Nieuwenhuizen, die eind augustus 2021 aftrad omdat ze een nieuwe baan als lobbyist voor Vereniging Energie-Nederland, de branchevereniging van energiebedrijven, had aanvaard. In plaats van haar ministersfunctie direct neer te leggen, bleef zij nog aan en nam ze gewoon deel aan overleggen en ministerraden. Gisteren kwam via de Volkskrant en andere media naar buiten dat premier Rutte al op 23 juli was geïnformeerd over de overstap, maar aanvankelijk vond dat Van Nieuwenhuizen gewoon kon aanblijven tot er een nieuw kabinet zou aantreden.

Alle ophef zorgde ervoor dat de Kamer betere regels wil voor lobbyende ex-ministers en voor lobbypraktijken in het algemeen. In mei had immers de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) in het rapport Lobbying in the 21st century al vastgesteld dat Nederland ergens onderaan bungelt in een vergelijking van de regels en afspraken over lobbyen in 41 Europese landen.

‘Veel voorbeelden van lobbyregisters’

In een Kamerdebat over de begroting van Binnenlandse Zaken op 28 oktober kwam het lobbyregister al ter sprake. Minister Ollongren betoogde toen dat een lobbyregister ‘te statisch’ zou zijn, omdat er alleen in wordt vastgelegd wie, wanneer een afspraak met een minister heeft. Dat is al ter herleiden uit de agenda’s van de ministers die openbaar zijn, meende zij. “We zijn dus eigenlijk op zoek naar een niet-statische, maar dynamische manier om lobbyactiviteiten te meten en te registeren, want juist aan de openheid van de besluitvorming hecht ik heel erg.”

Laurens Dassen zag dat anders: “Er zijn heel veel voorbeelden uit andere landen van registers waarin je juist heel veel informatie kwijt kan wat betreft de beoogde doelen. Met wie spreek je? Wat is het beoogde resultaat? Dat wordt door lobbyisten zelf vastgelegd. Dat hoeft dus helemaal niet veel werk op te leveren voor bewindslieden of ambtenaren.”

Extra controle op tabakslobby

Een lobbyregister voor bewindspersonen zou een extra controle kunnen vormen om te zien of bewindslieden en hun ambtelijke top niet alsnog worden beïnvloed door lobbyisten die een belang van de tabaksindustrie naar voren willen brengen. In navolging van het FCTC-verdrag van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), medeondertekend door Nederland, dienen bewindspersonen en ambtenaren te voorkomen dat de tabaksindustrie invloed kan uitoefenen op het tabaksontmoedigingsbeleid. Op de website van de rijksoverheid moeten zij bovendien contacten met de tabaksindustrie vermelden in een transparantieregister.

Niettemin is het mogelijk dat lobbyorganisaties als VNO-NCW, het Centraal Bureau Levensmiddelen, de BOVAG en BETA, de belangenorganisatie van tankstations, visies in het belang van de tabaksindustrie trachten over te brengen. Deze website heeft daar in de afgelopen jaren vele voorbeelden van beschreven en het scherm rond de tabaksindustrie is nog lang niet waterdicht.

Ook Parlement valt onder FCTC

Dat blijkt ook uit de houding van de Tweede Kamer, die naar aanleiding van een motie van het lid Nilüfer Gündoğan, eveneens van Volt, in juni 2021 niet wilde vastleggen dat ook parlementariërs gehouden zijn aan artikel 5.3 van het FCTC, dat invloed van gevestigde belangen van de tabaksindustrie verbiedt. Een meerderheid van de Kamer vond dat het een eigen afweging van Kamerleden moet zijn of zij met de tabaksindustrie willen spreken of niet.

In NRC betoogde Phon van den Biesen, advocaat van Rookpreventie Jeugd, echter dat parlementariërs wel degelijk ook gebonden zijn aan artikel 5.3 FCTC, omdat “álle overheidsorganen nu eenmaal aan de bepalingen van elk door Nederland geratificeerd verdrag gebonden zijn.” Met Rookpreventie Jeugd bepleit Van den Biesen daarom dat het bewuste artikel in de wet wordt vastgelegd, zodat boven alle twijfel wordt verheven voor wie deze verdragsbepaling geldig is.

De Tweede Kamer publiceert sinds 2012 een lijst van lobbyisten met een vaste toegangspas voor de Kamer.

 

tags:  Transparantieregister | motie | FCTC-verdrag | Tweede Kamer | transparantie | tabakslobby | lobby