line

Lobbyprofessor Rinus van Schendelen financiert onderzoek met adviezen aan tabaksbranche

zaterdag 14 december 2013

Anti-rokers noemt hij "gezondheidsfreaks". Onze nationale lobbyprofessor Rinus van Schendelen gaat er prat op transparant en onafhankelijk te zijn. Maar dat is hij niet als het om tabak gaat. Onderzoeken van hem zijn mede met geld van de tabaksbranche betaald. Geen probleem, vindt Van Schendelen, want de wetenschap dient "waardenvrij" te zijn.

Door de webredactie

Hij wordt "de lobbyprofessor" genoemd. De bijnaam dankt professor Rinus van Schendelen (1944) aan zijn vele optredens in de media. Van Schendelen, emeritus hoogleraar politicologie aan de Rotterdamse Erasmus Universiteit, presenteert zich als onafhankelijke deskundige in lobbykwesties en wordt door journalisten over van alles en nog wat om zijn mening gevraagd.

Op 16 maart dit jaar verscheen een interview met Van Schendelen in De Volkskrant: "Het is allemaal net te veel op 't randje". Daarin liet de lobbyprofessor zijn licht schijnen over politici die naar het bedrijfsleven overstappen. Het kan wel en soms maar nét, vindt hij, zolang je er maar transparant over bent. Daarom kunnen oud-premiers, aldus de lobbyprofessor, beter niet bij consultancyfirma's gaan werken, omdat deze hun adviesklussen niet vermelden. Neem oud-minister van Volksgezondheid Klink die bij Booz is beland. "Misschien doet Ab Klink nu wel iets voor de tabaksindustrie", merkte hij op.

Transparant zijn, is het magische woord voor Van Schendelen. Maar hoe transparant is hij zelf?

BNR Nieuwsradio

Op 24 juli dit jaar schalt zijn stem door de ether. BNR Nieuwsradio heeft de hoogleraar uitgenodigd om zijn visie te geven op het eerste deel van de serie over de tabakslobby in Vrij Nederland. In dit artikel erkent Niek Jan van Kesteren die directeur is van de werkgeversorganisatie VNO-NCW dat hij zelf op het hoogste niveau voor tabaksfabrikanten heeft gelobbyd.

"Is het niet een beetje gek dat VNO-NCW lobbyt voor de tabaksindustrie?" vraagt de presentator van BNR Nieuwsradio aan Van Schendelen. Nee, de lobbyprofessor is niet verbaasd. "Het is eigenlijk paradoxaal omgekeerd," antwoordt hij. En betoogt dat VNO-NCW tussen 2000 en 2006 (toen de antirookmaatregelen in Brussel werden uitgewerkt) juist volledig heeft wéggekeken. "Nu het eigenlijk een beetje aan de late kant is, zijn ze in beweging gekomen." Kortom: VNO-NCW had harder voor de industrie moeten lobbyen.

Ook zegt Van Schendelen op de radio dat het door Nederland ondertekende FCTC-verdrag van de Wereldgezondheidsorganisatie "meer moreel dan juridisch bindend" is. In dit verdrag belooft Nederland om bij het maken van beleid de tabaksindustrie op afstand te houden. De luisteraar moet aan de hand van zijn opmerking concluderen dat dit verdrag niet zoveel voorstelt, dus alle ophef is het niet waard. Terwijl het wel degelijk juridisch bindend is en er op dit moment juist hierom zelfs een rechtszaak in voorbereiding is tegen de staat de Nederlanden.

Zijn opmerkingen hebben TabakNee aan het denken gezet. Is Van Schendelen wel zo onafhankelijk en transparant? Tijdens het interview vertelde hij er niet bij dat hij jarenlang de tabaksindustrie heeft geadviseerd en van dat geld zijn onderzoeken mede heeft kunnen betalen. Dat blijkt uit vertrouwelijke informatie waarop TabakNee de hand heeft weten te leggen. Desgevraagd erkent Van Schendelen dit.

Moloch

Medio 2003 is Van Schendelen met zijn advieswerk voor de tabaksindustrie begonnen. Hij werd benaderd door de Stichting Sigarettenindustrie (SSI), de belangenorganisatie voor de grote op Nederlandse bodem opererende tabaksproducenten en –importeurs. Er waren spanningen binnen de club. Van Schendelen zou Philip Morris hebben aangewezen als het enfant terrible dat elke consensusvorming verziekte. Hij adviseerde de andere fabrikanten om zonder Philip Morris verder te gaan, zoals te lezen is in het NRC-artikel in 2009 "Een rokende Gideonsbende". En zo geschiedde.

Van Schendelen werd voor dat advies betaald, te weten 300 euro per uur, zijn vaste prijs voor dit soort commerciële klussen. Daarna is het advieswerk voor de tabaksindustrie doorgegaan, laat hij desgevraagd per e-mail weten. Dat doet hij "al heel lang en incidenteel en op hun kennisverzoek", hoewel hij liever niet over de "tabaksindustrie" praat - dat is een "moloch" - maar over "personen en bedrijven uit groepen behorende tot de pro-tabak". Zo heeft hij in 2012 Japan Tobacco International (JTI) geadviseerd. Van Schendelen merkt overigens direct op dat hij óók gezondheidsorganisaties heeft geadviseerd, zoals de Hartstichting - maar die wist ongetwijfeld niet dat ze een adviseur van de tabaksindustrie in huis had gehaald.

Slome burger

Terwijl hij de SSI adviseert, of vlak erna, wordt in De Volkskrant op 31 januari 2004 een opiniestuk van de "onafhankelijke" lobbyprofessor geplaatst. "Slome burger krijgt wet die ander wil" is de titel van zijn stuk over de lobbykansen van de tabaksindustrie. Die moet de "wrakkige" Tabakswetten te lijf gaan met de "vele ontwaakte bondgenoten". Voorbeelden hiervan zijn volgens de lobbyprofessor de horeca, detailhandel, vakbeweging en de (door de tabaksindustrie) gesponsorde musea. "De ruim vier miljoen rokers alleen al in Nederland vormen een formidabele achterban, die zich organiseert en straks kan toetreden."

Een ander lobbyadvies, aldus zijn opiniestuk, is het probleem te verbreden, nu "hinder en overlast" het criterium zijn. Verbreed het probleem naar overlast van bijvoorbeeld knoflook, uitlaatgas, kerkklokken en hoofddoekjes. "Men kan altijd een negatieve correlatie vinden tussen zoiets en het eigen welzijn", schrijft Van Schendelen. Afleiden van de gezondheidsschade? Dat is een bekende tactiek van de industrie. Afleiden kan volgens Van Schendelen ook door met hulp van onderzoek "een positieve relatie tussen tabak en geestelijke volksgezondheid aan (te) tonen. Genietende burgers zijn geen onruststokers." En: "Hogere waarden zoals vrijheid en eigen verantwoordelijkheid blijven bruikbaar." Of: "Tabaksgebruik is goed voor de derde wereld, die veel grondstof produceert."

Waar deze politicoloog in de discussie staat, wordt in één oogopslag duidelijk. "Bij de tabakswetgeving hebben de straffe rokers verloren en de fanatieke niet-rokers gewonnen." Hij vraagt zich af of toenmalig minister van Volksgezondheid Hoogervorst (VVD) "met miljoenen euro's belastinggeld de Stichting Stivoro (antitabak) moet bevoordelen."

Het opiniestuk van Van Schendelen is een ordinair lobbyadvies voor de tabaksindustrie en De Volkskrant plaatst het kennelijk zonder te weten dat de auteur deze industrie van adviezen voorziet.

Van Schendelen heeft zijn zo belangrijke transparantie met voeten getreden. Want dat Van Schendelen de tabaksindustrie adviseerde, had hij bij zijn opiniestuk moeten vermelden. En dat geldt ook tijdens het interview met BNR Nieuwsradio over VNO-NCW, meent president van de KNAW Hans Clevers. "Bij elke uiting die gepresenteerd wordt als wetenschap, moet je onthullen of je er belanghebbende bij bent geweest", zegt Clevers desgevraagd. "Nu wordt de luisteraar op het verkeerde been gezet, omdat hij denkt dat hier een neutrale professor spreekt."

Van Schendelen verdedigt zich met omslachtige bewoordingen door het op de interviewer te gooien. "De verslaggever dacht dat VNO proactief was, quod non, dus dit moest ik corrigeren, wat geen uiting of waardeoordeel is, maar correctie van een foute veronderstelling."

Onderzoeken financieren

Van Schendelen heeft het geld dat hij verdiende met zijn adviezen aan de "groepen behorende tot de pro-tabak" gebruikt om zijn onderzoeken te financieren. Dat erkent hij ruiterlijk per e-mail. Met de universiteit had hij afgesproken dat hij geen onderzoekskosten zou declareren maar zelf zijn geld zou binnenhalen. Hij had daartoe in 1983 op zijn woonadres een stichting opgericht, de stichting Politiek en Onderzoek, maar die verkeert naar eigen zeggen al zo'n tien jaar "in Ruhestand". Volgens de Kamer van Koophandel is zijn stichting overigens niet opgeheven.

KNAW-president Hans Clevers weet dat zo'n stichting als vehikel ook op andere universiteiten is voorgekomen. "Er zijn in het verleden allerlei gekke constructies bedacht om onderzoeksgelden te beheren buiten de publieke instellingen om", zegt hij. "Maar dat kan niet meer. Je mag gelden die bestemd zijn voor onderzoek aan een publieke instelling niet naar een stichting sluizen. Dat deze professor extra geld voor onderzoek ophaalt, is volstrekt normaal, maar verschaft hem geen vrijbrief om dat geld naar eigen believen via een stichting in te zetten. Via directe contracten van de geldgever met je universiteit, zo hoort het te gaan."

De vraag rijst welke onderzoeken mede met tabaksgeld zijn gefinancierd. De lijst met de "bijna tweehonderd" publicaties op zijn website is namelijk leeg. Daar heeft Van Schendelen een verklaring voor, namelijk "dat ik geen tijd verspil aan een eigen website en de faculteit dit ook niet tot haar taak rekent." Wie de lijst wil inzien, moet deze hoogstpersoonlijk bij Van Schendelen aanvragen.

Welke van zijn onderzoeken zijn met tabaksgeld betaald? Zijn antwoord luidt: "Uitsluitend de kosten van mijn algemeen politicologisch onderzoek en publicaties."

Is de Erasmus Universiteit ervan op de hoogte dat een deel van zijn onderzoeken met tabaksgeld is betaald? "Vanuit mijn jaarverslag kon ze dat weten", schrijft hij. "In ieder geval maakte zij nooit bezwaar (en terecht, want aan de Erasmus Universiteit is de waarde van waardenvrije wetenschap nog redelijk intact)."

Waardenvrije wetenschap

Waardenvrije wetenschap is voor Van Schendelen een heilig begrip. We moeten begrijpen "dat ik in het belang van mijn discipline elke belangengroep die mij zulks vraagt, zo goed mogelijk help". De enige voorwaarde die hij stelt is dat zij "legaal en legitiem" zijn. En aangezien tabak een legaal product is, heeft hij daar geen morele bezwaren bij.

Niet alleen viel Van Schendelen door de mand in zijn opiniestuk in De Volkskrant en in het radio-interview, zelfs in de update van zijn lijvige boekwerk "The Art of Lobbying the EU, More Machiavelli in Brussels", kun je lezen naar wie zijn sympathie uitgaat. In dit boek over hoe de Europese commissie in elkaar steekt en welke lobbystrategieën daar kunnen worden toegepast, betitelt hij de antitabakslobby als "gezondheidsfreaks". Desgevraagd licht hij de term toe: "Freaks staan voor mensen die één enkele maatschappelijke waarde sacrosanct verklaren en wat daar tegenin gaat ketterij achten."

De kortzichtigheid van de hooggeleerde Van Schendelen is verbijsterend. Het lijkt nooit tot hem te zijn doorgedrongen welke ramp tabak veroorzaakt: alleen al ruim 20.000 doden per jaar in Nederland  en ruim 5 miljoen wereldwijd. En dat hij met zijn adviezen om de antitabakswetgeving te frustreren, medeplichtig is aan de legale industriële moordmachine, de tabaksindustrie. Zijn mantra is "waardenvrije wetenschap". Is hij als politicoloog vergeten hoe wetenschap en zelfs zijn adviezen op een criminele wijze kunnen worden toegepast?