line

Tabaksindustrie bedreigt arme landen met rechtszaken bij antirookbeleid

woensdag 18 december 2013

Arme landen durven geen antirookmaatregelen te treffen uit angst voor dure rechtszaken van de tabaksindustrie. Dat ontdekte de New York Times.

Door de webredactie

Meer dan driekwart van alle rokers woont in ontwikkelingslanden. Volgens cijfers van de VN is de tabaksconsumptie in ontwikkelingslanden tussen 1970 en 2000 verdubbeld. Vooral in China, maar ook in Afrika is het aantal rokers toegenomen.Dat juist daar antirookwetten niet van de grond komen, is geen toeval. Regeringen die het tabaksgebruik willen beteugelen, worden namelijk met kostbare juridische processen bedreigd, aldus een artikel in de New York Times.

Tabaksproducenten waarschuwen de landen dat hun tabakswetten in strijd zijn met internationale handelsverdragen, waarna regeringen hun knopen tellen en wetgeving uitstellen of niet uitvoeren. Deze strategie wordt de laatste jaren steeds meer ingezet, nu de rokersaantallen in rijke landen afnemen en tabaksproducenten nieuwe klanten zoeken in opkomende markten in armere delen van de wereld, zoals TabakNee al eerder berichtte over Myanmar en Afrika.

Woordvoerders van de industrie stellen dat het doodnormaal is dat grote spelers in de markt hun juridische opinie geven wanneer hun belangen worden geraakt. Maar tabaksbestrijders zien een strategie van intimidatie die armere landen afhoudt van maatregelen om tabaksgebruik te ontmoedigen. Volgens een rapport van de Wereldgezondheidsorganisatie sterven jaarlijks wereldwijd meer dan vijf miljoen mensen aan de gevolgen van roken. Dat zijn er meer dan het aantal doden door aids, malaria en tuberculose bij elkaar.

Namibië

Zo kreeg minister Richard Kamwi van Volksgezondheid in Namibië naar eigen zeggen stapels brieven met waarschuwingen van de tabakindustrie in reactie op een tabakswet die in 2010 werd aangenomen. De wet was bedoeld om een alarmerende stijging van het roken onder jonge vrouwen te keren. Maar drie jaar later is nog niet één maatregel uit de wet daadwerkelijk uitgevoerd, zoals beperking van de reclame voor tabak en grotere waarschuwingen op de tabaksverpakkingen. De angst voor een kostbare juridische strijd houdt de regering tegen.

Behalve Namibië hebben ook de regeringen van Gabon, Togo en Oeganda waarschuwingen gekregen van de tabaksindustrie dat hun wetten in strijd zouden zijn met internationale verdragen.

De New York Times citeert een toespraak van directeur-generaal Margaret Chan van de Wereldgezondheidsorganisatie. Chan stelde vorig jaar dat juridische acties van tabaksfirma's tegen Uruguay, Noorwegen en Australië over tabaksregulerende wetgeving "opzettelijk zijn vormgegeven om angst in te boezemen".

Rijke landen als Noorwegen en Australië zullen zich minder snel laten intimideren door zulke processen - maar Uruguay heeft intussen toegegeven dat het zijn tabakswet had moeten laten vallen als de voormalig burgemeester van New York, Michael Bloomberg, het land niet financieel te hulp was geschoten om zich te verdedigen. De krant tekent uit de mond van een handelsadvocaat op dat ook ontwikkelde landen als Nieuw Zeeland en Canada hebben afgezien van voorgenomen tabakswetten in het zicht van claims over de inbreuk op investeringsverdragen. TabakNee berichtte al eerder dat Philip Morris zowel Nederland als de hele Europese Unie met schadeclaims en rechtszaken bedreigt als ze aan haar mooie sigarettenverpakkingen komen.

De tabaksindustrie heeft een goedgevulde bankrekening om juridische stappen tegen vermeende inbreuken op internationale verdragen te bekostigen. De afzonderlijke tabaksmultinationals hebben vaak substantieel hogere inkomsten dan de landen die ze aanvallen.

Oekraïne betaald door BAT

Met hun geld kunnen ze ook landen voor hun karretje spannen. Een woordvoerder van British American Tobacco (BAT) gaf tegenover de New York Times toe dat dit bedrijf Oekraïne betaalt om bij de Wereldhandelsorganisatie (WTO) een zaak te beginnen tegen Australië over de invoering van plain packaging. In december 2012 voerde Australië een wet in die uniforme verpakkingen met grote gezondheidswaarschuwingen voor sigaretten voorschrijft. Schrijnend detail daarbij is dat Oekraïne en Australië nauwelijks handel drijven met elkaar.

De zaak is extra actueel omdat de Verenigde Staten op het punt staan een nieuw Trans-Pacific vrijhandelsverdrag te sluiten met 11 landen. De Amerikaanse regering wil in dat verdrag een clausule opnemen die tabaksproducten uitsluit, waar onder meer de Amerikaanse Kamer van Koophandel tegen protesteert: zo'n clausule zou een precedent scheppen voor landen om ook regels aan andere producten te stellen.

Beleid Nederland?

Heeft Nederland beleid als het gaat om ontwikkelingssamenwerking en tabaksontmoediging? Oftewel, moeten landen die steun krijgen de voorwaarde hebben dat zij een tabaksontmoedigingsbeleid voeren ter bescherming van de bevolking? Ligt het niet voor de hand om die voorwaarde te stellen in de geest van het tabaksontmoedigingsverdrag (het FCTC-verdrag) van de Wereldgezondheidsorganisatie dat ook Nederland heeft ondertekend? TabakNee heeft deze vraag gesteld aan minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking Lilianne Ploumen en wacht haar antwoord af.